background image
openbaring verschijnt me telkens in een lichtkring als in een sfeer
of bol.
Hoe Abraham als eerste de zegen ontving.
26.
Deze paragraaf is genomen uit de visioenen op het Oud Testament
en hier ingelast; hij is een wonderschone opheldering van Gen. 18,
hoofdstuk dat men met veel voldoening hier zou kunnen lezen.
Zeer aanbevolen.
Genesis 18
God belooft Abraham opnieuw een zoon
1. En de HERE verscheen aan hem bij de terebinten van Mamre, terwijl hij op het heetst van de
dag in de ingang der tent zat.
2. En hij sloeg zijn ogen op en zag, en zie, drie mannen stonden bij hem; toen hij hen zag, liep
hij hun uit de ingang van zijn tent tegemoet, en boog zich ter aarde;
3. en hij zeide: Mijn heer, indien ik uw genegenheid gewonnen heb, ga dan niet aan uw knecht
voorbij.
4. Laat toch een weinig water gehaald worden, en wast uw voeten en vlijt u neder onder de
boom;
5. dan wil ik een bete broods gaan halen, opdat gij uw hart versterkt; da rn
a a kunt gij verder
trekken; daar oe
t
zijt gij immers langs uw knecht getrokken? En zij zeiden: Doe zoals gij
gesproken hebt.
6. Toen spoedde Abraham zich naar de tent tot
ra,
Sa
en zeide: Haast u! Drie maten fijn meel!
ne
K
ed het en bereid koeken!
7. En Abraham liep naar de runderen, nam een kalf, mals en goed, en gaf het aan een knecht,
en deze haastte zich om het te bereiden.
8. Ook nam hij boter en melk en het kalf, dat hij bereid had, en zette het hun voor; en hij stond
onder de boom bij hen, terwijl zij aten.
9. Toen zeiden zij tot hem: Waar is uw vrouw Sara? En hij zeide: Daar, in de tent.
10. En Hij zeide: Voorzeker zal Ik over een jaar tot u wederkeren, en dan zal uw vrouw Sara
een zoon hebben. En Sara luisterde bij de ingang der tent, die zich achter Hem bevond.
11. Abraham nu en Sara waren oud en hoogbejaard; het ging Sara niet meer naar de wijze der
vrouwen.
12. Dus lachte Sara in zichzelf, denkende: Zal ik wellust hebben, nadat ik vervallen ben, terwijl
mijn heer oud is?
13. Toen zeide de HERE tot Abraham: Waarom lacht Sara daar en zegt: Zal ik werkelijk baren,
terwijl ik oud geworden ben?
14. Zou voor de HERE iets te wonderlijk zijn? Te bestemder tijd, over een jaar, zal Ik tot u
wederkeren, en Sara zal een zoon hebben.
15. Toen loochende Sara het: Ik heb niet gelachen, want zij was bevreesd; doch Hij zeide:
Neen, gij hebt wèl gelachen.
Abrahams voorbede voor Sodom
16. Toen vertrokken die mannen vandaar en zagen in de richting van Sodom; en Abraham ging
met hen mede om hen uitgeleide te doen.
Fascikel 1
97