background image
Nadat Joakim ongeveer het derde gedeelte van de gang doorlopen
had, kwam hij in een plaats, waar, in het midden, een zuil stond in
de vorm van een palmboom met neerhangende bladeren en
vruchten. Hier nu trad Anna, stralend van vreugde, hem
tegemoet. Ze omarmden elkander in heilige blijdschap en deelden
mekaar hun geluk mee.
Zij waren buiten zichzelf en door een lichtwolk omgeven.
Dit licht zag ik uitgaan van een grote schaar engelen, die de
i
verschijning van een hoge, licht-uitstralende toren droegen en op
Joakim en Anna neergezweefd kwamen.
Deze toren had de vorm van de toren van David, van de Ivoren
Toren, enz. zoals ik deze zie onder het bidden van de litanie van
Onze-Lieve-Vrouw van Loreto. Ik zag hem als verdwijnen tussen
Anna en Joakim, terwijl een lichtwolk hen omgaf.
Fascikel 1
112