background image
Joakim en Anna kwamen nu in een soort van bocht61, aan de
uiterste rand van de Tempelberg naar het dal van Kedron toe.
Men kon daar niet verder rechtdoor gaan. De weg verdeelde zich
hier naar rechts en links. Nadat Joakim en Anna nog een
priesterhuis bezocht hadden, zag ik hen met hun dienstpersoneel
zich op de terugweg naar hun woonplaats begeven. Te Nazareth
aangekomen, richtte Joakim een vreugdig feestmaal aan, waarbij
hij vele armen spijzigde en overvloedige aalmoezen uitdeelde. Ik
zag beide echtgenoten, bij het beschouwen van de barmhartigheid
die God hun had bewezen, vervuld met vreugde, vurige
godsvrucht en levendige dankbaarheid; dikwijls zag ik hen onder
tranen samen hun gebed verrichten.
Ik bekwam bij deze gelegenheid ook de verklaring dat de ouders

de hand l
e ing, waardoor Maria ontvangen werd, gesteld hebben
zonder inmenging van begeerlijkheid en uit heilige
gehoorzaamheid. Ook werd me getoond dat zij daarna in een
bestendige onthouding, in de verhevenste godsvrucht en de
vurigste liefde geleefd hebben.
Meteen werd me duidelijk te kennen gegeven dat de reinheid,
kuisheid en onthouding van de ouders en hun strijd tegen alle
onreinheid een onmetelijke invloed hebben op de heiligheid van
de kinderen die zij verwekken; voorts hoe algehele onthouding na
de ontvangenis vele zondekiemen van de vrucht afweert. Ik zag
het als een algemene regel dat buitensporigheid en onmatigheid
de bron zijn van misvorming en zonde62.
Later na Pinksteren zag K. daar eens de joodse overheden met de
christenen onderhandelen nopens hun woonplaatsen (fasc. 34, nr. 2182).
Dit deel van de tempelgebouwen lag inderdaad ongeveer boven het midden
van die onderaardse gang.
61 De hier vermelde bocht wordt gevormd door
   het dal dat van noordwest
naar zuidoost de wijk Bezeta doorsnijdt en daar in de Kedronvallei uitmondt.
De heuvelhelling wordt erdoor onderbroken. Deze onderbreking was en is
nog door de stadsmuur gesloten, overbrugd.
62 De hier geroemde uitzonderlijke zuiverheid van het echtpaar Joakim en
Anna worden ook geroemd door Maria zelf in deze woorden van haar tot H.
Fascikel 1
114