background image
stad uit, naar een smalle bergrand als een straat naar een vervallen
burcht opwaarts liepen. In die muur woonden vele arme mensen.
Hier zag ik Jozef tussen hoge muren die van boven lichtopeningen
hadden170, aan lange lijsten arbeiden: het waren ramen om lichte
wanden of schutsels van vlechtwerk te omlijsten. Zijn meester
was een arme man die meest slechts dergelijke grove
vlechtschermen of ander grof timmerwerk vervaardigde.
Jozef was zeer godvruchtig, goedaardig en de eenvoud in persoon;
hij won hier iedermans liefde. Ik zag hem aan zijn meester zeer
ootmoedig alle diensten bewijzen; ik zag hem schaveling
vergaren, hout gaan halen en op zijn rug aandragen. Later is hij,
De andere plaatsen waar Jozef achtereenvolgens gaat wonen staan ook op
hetzelfde kaartje, niet echter Afeke. De resten van Taänak vindt men op het
heuveltje van dezelfde naam, 22 km ten zuiden van Nazareth en ten
zuidoosten van Moettesellim (= Megiddo)
Het Tiberias van K. is niet officieel gekend en nergens genoemd, maar wij
vinden het terug in het huidige dorp Toebras (= zelfde naam). Geenszins is
bedoeld Tiberias bij het Meer, want dit bestond nog niet in Jozefs jeugdjaren.
Ook wijst K. haar Tiberias aan bij Samaria in nr. 79.
Bij het water of bij een water, zegt zij, wat bij haar vaak betekent: bij een
riviertje. Dit gegeven, zoals de andere, passen op het Tiberias, 15 km ten
noorden van Sebastijen, d.i.Samaria.
Deze concrete, juist bevonden aanduidingen, pleiten voor de echtheid van
het verhaal van de wijze waarop Jozef tot bruidegom van Maria aangewezen
werd, hoewel men het ook vindt bij de apokriefen.
K. echter vertelt het, zoals alles, op haar eigen oorspronkelijke en natuurlijke
manier.
Het Afeke van de H. Tomas veronderstellen wij bij benadering te Tarbaneh,
midden in de Esdrelonvlakte en een paar uren ten zuiden van Nazareth.
Wat de miskenning van Jozef door zijn broeders betreft, moet worden
aangestipt dat het een algemene regel is dat mystieke zielen door hun
omgeving niet begrepen en dan ook miskend, ja, vervolgd worden.
Dit beleefde ook K., niet alleen van haar medezusters, maar ook daarna van
haar eigen zuster.
170 Woonde in oude muren met openingen van boven. Buitenmuren langs
de straat hadden meestal geen vensters tenzij enkele licht- en luchtgaten in
de hoogte. Vele huizen vertoonden buiten nagenoeg niets dan blinde muren.
Vandaar dit ‘woonde in muren’.
Fascikel 3
297