background image
Dit resultaat bereikte de H. Geest niet door verloop van tijd of
opeenvolgende handelingen, zoals de natuur dat bewerkt in gewone
moeders, maar in één ogenblik en door een uitwerksel van zijn almacht.
2) Op dit eigenste ogenblik trok Hij ook een ziel uit het niet; de ziel van
Jezus, de volmaakste en subliemste die Hij ooit heeft geschapen en door
een natuurlijke informatie verenigde Hij haar met het kleine lichaam dat
Hij op hetzelfde ogenblik uit het bloed van Maria vormde.
Uit die vereniging van lichaam en redelijke ziel ontstond een volmaakte
mensheid, voorzien van alle vermogens en gaven die de mens naar ziel
en lichaam eigen zijn. (Aldus naar gezaghebbende leraren).
3) Tenslotte werd op dit zelfde ogenblik uitzondering gemaakt op een
natuurwet. Deze wet bestaat hierin, dat aan de menselijke natuur,
bestaande uit ziel en lichaam, op het ogenblik van haar ontstaan een
geschapen zelfstandigheid of persoonlijkheid wordt toegevoegd,
waardoor zij een menselijke persoon of normaal mens wordt.
Een andere opvatting meent dat die menselijke natuur een persoon of
zelfstandig, op zichzelf bestaand wezen wordt, door het feit dat ze
onafhankelijk bestaat. De natuurwet zelf brengt dit mee.
Maar deze eis van de natuur werd in Jezus’ geval opgeheven en in
plaats dat zijn natuur een eigen persoonlijkheid ontving of een
eigen persoon was, werd ze fysisch en zelfstandig met de tweede
persoon der H. Drievuldigheid verenigd, zodat ze bestond in en
door de persoon van het Woord; hierdoor werd ze de mensheid, de
natuur van een God, zonder andere bestaanssteun, grond (suppositum)
of persoonlijkheid dan de tweede persoon der H. Drie-eenheid.
Deze drie verwezenlijkingen geschiedden op één en hetzelfde ogenblik,
omdat, zoals de H. Joannes Damascenus het zegt, het lichaam van dit kind
geen ogenblik bestaan heeft zonder met een redelijke ziel verenigd te zijn.
En geen enkel ogenblik maakte het met de redelijke ziel een wezen uit,
zonder dat de natuur die zij samen vormden, hypostatisch in bezit was
genomen door het goddelijk Woord.
(hypostatisch = wankel, gezegd van bepaalde eigenschappen die
gemakkelijk kunnen worden onderdrukt door andere eigenschappen).
De bevruchting door de H. Geest, de bezieling door een geestelijk element
of ziel, hun vereniging met het Woord voltrokken zich volmaakt gelijktijdig,
zonder de miniemste opeenvolging of tussentijd, opdat de menselijke natuur
nooit aan zichzelf, nooit aan een andere persoon zou behoren dan aan het
Woord, en geen enkele stond een eigen persoonlijkheid zou hebben,
alvorens te zijn en te bestaan in de persoon van het Woord.
Fascikel 3
352