background image
Christus is 33 jaar en driemaal 6 weken oud geworden.
Ik zeg 3 maal 6 weken, omdat dit getal mij op dit ogenblik tot
driemaal toe getoond wordt192.
Hier plaatst Brentano de schriftuurpassage Spreuken, 8, 22‐34.   
Spreuken 8
De prediking der Wijsheid
1. Roept de Wijsheid niet en verheft de Verstandigheid niet haar stem?
2. Boven op de hoogten aan de weg, daar, waar de paden samenkomen, is zij gaan staan,
3. aan de zijde van de poorten, aan de ingang der stad, waar men de poortdeuren binnengaat,
roept zij luide:
4. Tot u, mannen, roep ik en mijn stem gaat uit tot de mensenkinderen!
5. Gij onverstandigen, leert schranderheid, gij dwazen, verstaat het met uw hart.
6. Hoort, want ik zal verheven dingen spreken en mijn lippen openen tot wat recht is.
7. Want waarheid spreekt mijn gehemelte, een gruwel voor mijn lippen is de goddeloosheid.
8. Al de woorden van mijn mond zijn in gerechtigheid gesproken; niets daarin is verdraaid en
verkeerd.
9. Zij alle zijn voor de verstandige juist, betrouwbaar voor wie kennis gevonden hebben.
10. Neemt mijn vermaning aan en niet zilver, en kennis boven uitgelezen goud.
11. Want wijsheid is beter dan koralen, al wat men zou kunnen begeren, kan haar niet
evenaren.
12. Ik, de Wijsheid, woon bij de schranderheid en ik verkrijg kennis door overleggingen.
13. De vreze des HEREN is het kwade te haten; hoogmoed en trots en boze wandel en een
mond vol draaierijen haat ik.
14. Mijner zijn raad en overleg, ik ben het inzicht; mijner is de kracht.
15. Door mij regeren de koningen en verordenen de machthebbers recht.
16. Door mij heersen de vorsten en de edelen, al de rechters der aarde.
17. Ik heb lief wie mij liefhebben, wie mij ijverig zoeken, zullen mij vinden.
18. Rijkdom en eer zijn bij mij, duurzaam goed en gerechtigheid.
19. Mijn vrucht is meer waard dan goud, ja dan gelouterd goud, mijn opbrengst meer dan
uitgelezen zilver.
20. Ik wandel op het pad van de gerechtigheid, midden op de wegen van het recht,
21. om hen die mij liefhebben, bezit te doen beërven; hun schatkamers zal ik vullen.
192 Deze opgave komt letterlijk dag op dag uit.
Zoals wij zagen, zou de historische dag van Jezus’ geboorte beantwoorden
aan onze 25e november, terwijl, zoals wij zien zullen, zijn sterfdag
beantwoordt aan onze 30e maart.
Als wij de dagen tussen 25 november en 30 maart samentellen,
-
6 voor november,
-
31 voor december,
-
31 voor januari,
-
28 voor februari en
-
30 voor maart,
bekomen wij 126 dagen, en gedeeld door 7 maakt dit 18 weken uit.
Fascikel 3
357