background image
Elisabet overgaan, waardoor zij een bovennatuurlijke indruk
onderging.
Zij vertoefden niet onder het zicht van de mensen, gaven mekaar
de arm, vervolgden hun weg en gingen dan over het voorhof naar
het huis. Bij de huisdeur heette Elisabet Maria nogmaals welkom
en leidde haar binnen.
Jozef, met de ezel in de hof aangekomen, vertrouwde het lastdier
toe aan een knecht en ging in een open hal of zaal ter zijde van het
huis zich bij Zakarias voegen200.
200 Zakarias bewoonde een rijk huis (zie afbeelding in nr. 91).
Indien zulk een huis geen voorgebouw had, d.i. kamers aan weerszijden van
de ingangpoort, dan kwam men door de deur of poort van de voormuur
aanstonds op een binnenplein, met in ‘t midden gewoonlijk een waterput,
waar omheen een groter of kleiner tuin lag met groen en bloemen.
Aan weerszijden van het voor- of binnenhof waren bijgebouwen met kamers
en bergplaatsen, eventueel ook stallen. Ter zijde was ook, zo ze niet in een
voorgebouw was, de keuken en vooral de ontvangstkamer.
Vóór deze zijgebouwen liepen gangen, die open waren naar het binnenhof
en met pijlers ondersteund waren. Dit alles was prachtiger of gewoner naar
gelang van het vermogen der bewoners.
Aan het einde van het voorhof lag het hoofdgebouw, dat ook door een
zuilengang voorafgegaan was. Soms kon ook een voorzaal van het huis
naar het voorhof geopend worden. Het gebeurde ook dat het voorhof langs
één of twee zijden van het huis naar achteren doorliep of zelfs dat achter het
hoofdgebouw een tweede binnenhof lag.
Boven de voornaamste zaal was in het platdak een luik, zoals het ook uit de
Evangeliën blijkt, b.v. Lk. 5, 19. Men moet zich niet indenken dat die dragers
het dak openbraken om de lamme door het dak vóór de voeten van Jezus
neer te laten.
Jozef gaat met Zakarias in een open zaal ter zijde van het huis. Dit kan de
zuilengang van het voorhof zijn links of rechts.
***
Th. Neumann verhaalt kort en zeer zakelijk, doch geheel op dezelfde
manier, de ontmoeting van de twee mannen en vrouwen.
Van Jozef zegt zij: “Terwijl de dienaar de ezel wegbracht, gingen Jozef en
Zakarias in een zuilenhal, waar zij zich met elkaar onderhielden; Jozef sprak;
Fascikel 4
378