background image
Naderhand zag ik de herbergbewoners de H. Familie in hun
kamertje bezoeken en zich vriendschappelijk met haar
onderhouden. Boven hun zwart rouwgewaad hadden zij hun wit
bovenkleed niet meer aan. Nadat Jozef en Maria wat voedsel
gebruikt hadden en opgefrist waren, baden zij tezamen en
begaven zich ter ruste.
Vrijdag, 23 november. –
Jozef en Maria begaven zich heden om het middaguur uit deze
herberg op weg naar Bethlehem, dat misschien nog een paar uren
van hier verwijderd lag. De huisvrouw verzocht hen eerst nog
dringend om toch te blijven, daar het Maria aan te zien was, dat
haar bevalling elk ogenblik plaats kon grijpen. Doch met
neergeslagen sluier antwoordde Maria dat zij nog 36 uren tijd had;
misschien ook zei zij 38 uren, doch dit weet ik niet meer zo zeker.
De waardin wilde haar daar wel gaarne houden, doch in een ander
gebouw, niet in het eigenlijke huis239.
Bij hun vertrek zag ik Jozef nog met de waard over zijn ezels
spreken; hij prees de dieren en zei dat hij ook de ezelin
meegebracht had om ze in geval van nood te verpanden240.
Toen de waard en de waardin nog van de moeilijkheid spraken
om in Bethlehem herberging te vinden, zei Jozef dat hij daar
vrienden wonen had, die hem heel zeker gastvrij zouden
ontvangen.
239 Nog 36 of 38 uren. – ‘s Middags vertrekken zij. Christus zal te
middernacht of onmiddellijk daarna geboren worden. Dus nog 36-38 uren.
“Weet”, zei Maria tot de H. Brigitta, “dat ik het uur van Jezus’ geboorte vooraf
nauwkeurig kende.” (Openb. VII, 25).
240 Jozef prees de dieren. – Toch verzwijgt hij uit ootmoedigheid dat de
ezelin hun de weg getoond heeft. Ook hecht hij zo weinig aan dat
buitengewone, dat hij ze later te pand geeft en tenslotte ze zal verkopen.
Fascikel 4
445