background image
met goud en edelstenen versierde en daaraan met grote
plechtigheid offers bracht, leefde te Rome een vrome vrouw, het
kan wel een Jodin geweest zijn, maar dit weet ik niet heel zeker;
haar naam klonk als Serena of Cyrena. Zij leefde van haar
vermogen en had visioenen en hiernaar moest zij voorspellingen
doen. Soms maakte zij ook wel aan mensen de reden van hun
onvruchtbaarheid bekend. Deze vrouw had het openlijk
geblameerd dat men ten prijze van zo grote kostbaarheden aan die
afgod zulk een eer bewees: eenmaal moest hij toch, voorspelde
zij, middendoor barsten en ten gronde in stukken storten.
De priesters vroegen haar rekenschap van die voorspelling en
dwongen haar te zeggen wanneer dit gebeuren zou. Daar zij dit
niet aanstonds kon, werd zij gevangen gezet en zolang lastig
gevallen en gepijnigd, tot zij door haar gebeden van God het
antwoord had bekomen: het beeld zou te pletter vallen, wanneer
een reine maagd (zonder man) een zoon zou baren.
Wegens deze verklaring lachte men haar uit, verklaarde haar zot
en stelde haar op vrije voeten.
Nu de ingestorte tempel de afgod werkelijk had verbrijzeld,
erkenden zij dat haar voorspelling waar was geweest en zij
stonden alleen nog verbaasd over de uitdrukking waarmee zij het
tijdstip van het voorval had bepaald, aangezien zij over de
geboorte van Christus uit de H. Maagd natuurlijk niets wisten.
De naam tabularium wijst op de daar bewaarde verzameling van bronzen
tafelen, waarop de staatswetten, de teksten der dekreten, verdragen,
akkoorden en meer andere oorkonden gegraveerd waren.
Op het nabije forum bevonden zich het spreekgestoelte, de voornaamste
openbare gebouwen, het paleis van justitie, de senaatszaal en meerdere
tempels. In zijn geheel was het kapitool met zijn forum, tempels,
administratie- en regeringsgebouwen het middenpunt van het godsdienstig,
maatschappelijk en staatkundig leven van de natie en in noodtijden de
toevlucht- of wijkplaats der gehele stad.
Op dit kapitool met zijn forum is een toespeling bevat in deze woorden van
de zienster: “Steeds werden daar vele zaken afgehandeld.”
Fascikel 5
504