background image
Anna’s dienstmeid was zonderling gekleed. Haar haarvlechten
hingen in een net tot aan de gordel neer en haar korte rok reikte
slechts tot aan de knieën.
Haar keurslijf sloot nauw en koddig met een spits om de heupen
en was boven om de borst vastgehecht, doch zó als om er nog iets
in te kunnen steken; zij had een korf aan haar zijde hangen.
De oude man was zeer schuchter en ootmoedig. Anna sliep waar
Elisabet had geslapen en Maria deelde aan haar moeder, gelijk
toen aan haar nicht, onder de drang van vurigheid en godsvrucht,
al haar wedervaren mee; beide waren tot tranen toe bewogen en
onderbraken af en toe hun onderhoud om door liefkozingen lucht
te geven aan hun vurige liefde voor het Kind der Belofte.
Fascikel 6
614