background image
was buiten zichzelve van vreugde; zij wilde Maria en het Kindje
Jezus omhelzen, doch Maria deed een afwerend teken met de
hand en liet noch zichzelf, noch Jezus door haar aanraken.
Maria zegde tot die vrouw dat zij een waterbak moest graven,
diep tot op de rotsbodem en dan dit water onbevuild erin
uitgieten; dan zou de bron dezelfde geneeskracht bekomen; zij
sprak nog langer met haar en ik meen dat de vrouw haar beloofde
bij de eerste gunstige gelegenheid uit dit roversverblijf weg te
zullen vluchten.
De bewoners waren overgelukkig met de genezing van hun kind,
en daar gedurende de nacht verscheidene mederovers van hen af
en toe hier verschenen, toonde de vrouw hun telkens het genezen
kind en vertelde hun ook opnieuw welk geluk en heil hun
overkomen was. Deze nachtelijke bezoekers, waarvan enige ook
knapen mee hadden, omringden de H. Familie en stonden haar
met verbazing aan te kijken; het was te merkwaardiger dat deze
rovers zich jegens de H. Familie zo eerbiedig gedroegen, daar zij
nog in dezelfde nacht, waarin zij zulke heilige gasten herbergden,
verscheidene andere reizigers, die door de lantaarn in hun
hinderlaag gelokt waren, gevangen namen en naar een grote
spelonk brachten, dieper in het woud; de ingang van deze spelonk
was achter wild en neerhangend struikgewas verborgen en men
kon hem onmogelijk bemerken; hier scheen mij daarom hun
eigenlijke schuil- en opslagplaats te zijn; ik zag in die spelonk
verscheidene geroofde knapen van 7 tot 9 jaar en een oude vrouw
die er toezicht over had en de plaats onderhield; ik zag er
klederen, tapijten, vlees, kleine bokjes, schapen, grote dieren en
andere buit binnenbrengen; de spelonk was ruim en er was van
alles een grote voorraad.
Ik zag Maria die nacht maar weinig slapen; zij was meestentijds
roerloos op haar legerstede gezeten. Vroeg in de morgen
vertrokken zij met een nieuwe voorraad van levensmiddelen.
De rovers vergezelden hen een eindweegs en brachten hen over
meer dan één valgracht in de goede richting op de weg.
Fascikel 7
756