background image
De kindermoord.
182.
Toen Jezus meer dan 1,5 jaar oud was, werd de H. Maagd door
een engel in kennis gesteld van de moordaanslag op de
onschuldige kinderen door Herodes. Zij en Jozef vernamen dit
met groot verdriet389 en van zijn kant deed het Kindje Jezus de
hele dag niets dan wenen.
Omtrent die moordaanslag zag ik het volgende.  
Wanneer nu de H. Driekoningen niet naar Jeruzalem
terugkeerden, bedaarde de onrust van Herodes een weinig; dit was
gedeeltelijk ook het gevolg van kommer wegens allerlei
familieaangelegenheden, doch zijn onrust groeide weer aan, nadat
de geruchten over de voorspellingen van Simeon en Hanna in de
tempel tot hem doorgedrongen waren. Toen was de H. Familie
reeds enige tijd weer te Nazareth. Daarom liet hij, onder velerlei
voorwendsels, op verscheidene plaatsen rondom Jeruzalem, bij
Gilgal (huidig fasc. 7, nr. 172, voetnoot 362), Bethlehem en tot
Hebron toe, soldaten leggen met het bevel het aantal kinderen na
te vorsen; zij hielden die plaatsen wel 9 maanden bezet.
Ondertussen was Joannes (meer dan) 2 jaar oud geworden en was
reeds weer enige tijd in het geheim bij zijn ouders geweest.
Eer Herodes het bevel uitvaardigen liet dat de moeders hun
knaapjes van 2 jaar oud en daaronder bij de Overheden moesten
aanbrengen390, had Elisabet op de waarschuwing van een engel de
389 Verdriet in de H. Familie. – Tot de H. Brigitta zegde Maria: “Ik heb u over
mijn smarten verteld. Voorwaar, niet de geringste was die welke ik
ondervond, toen ik met mijn Kind in de armen naar Egypte moest vluchten,
en ook die welke mij trof, toen wij de moord op de onschuldige kinderen en
de vervolging van Herodes tegen mijn Zoon vernamen; ik was met de
smartelijkste droefheid overstelpt.” (Openbaringen, V, 5).
390 Meestal stelt men zich de kindermoord voor, terwijl soldaten de huizen
binnendringen; de handelwijze van de oosterlingen schijnt nochtans beter
door K. weergegeven te zijn.
Fascikel 7
777