background image
verwaarloosde toestand van zo’n vruchtbare bodem, door de
armoede van de bedoeïenen die er woonden in ellendige lemen of
bakstenen hutten (cfr. Mislin, II, 74, 100-101).
Alleen rondom de schaarse dorpen en enkele steden, zoals Jaffa
en Lodd (Lydda) en Ramleh zag men uitgestrekte en waarlijk
prachtige tuinen en boomgaarden, graan- en komkommervelden.
Thans is door de vlijt en het initiatief der joodse immigranten het
aanschijn der vlakte ten goede vernieuwd; de moerassen zijn
drooggelegd, de vlakte gedraineerd, geen hoekje grond blijft
onbenuttigd; er zijn vele waterlopen, talrijke irrigatiekanalen; het
ene dorp verdringt het ander; nergens is in het nieuwe Israël de
bevolking zo dicht; ze stijgt tot 500 zielen per km².
Men kweekt er veldvruchten, vruchtbomen, vooral citroen- en
sinaasappelen, wijnstammen, groenten; ook bloeien er handel en
nijverheid, visvangst en tuinbouw. De reeds voorheen vruchtbare
tuinen van Jaffa, Lydda, Ramleh gelijken nu op een
bewonderenswaardige, verrukkelijke oase die zich verscheidene
kilometers ver uitstrekt.
De reizigers die te Jaffa ontschepen en naar Jeruzalem moeten,
doorkruisen ze; reeds vroeger drukten zij hun verbazing uit over
dat uitgestrekt paradijs; het herinnert aan de oude Saronvlakte, zo
geroemd door de profeten (zie b.v. Leroux, Dubois, Mislin, De
Géramb, Dictionnaire de la Bible (D.B.), Joppe.)
Nu is deze heerlijkheid ten top gestegen.
Fascikel 8
116