background image
a) Basan en Argob.
Te oordelen naar de grenzen die de H. Schrift er aan toekent,
duiden beide namen ongeveer dezelfde landen met dezelfde
oppervlakte aan.
Basan (gelijk Argob) strekte zich uit van de zuidvoet van de Grote
Hermon in het noorden tot in de buurt van de Jabbok-rivier in het
zuiden, ten westen tot tegen de Jordaan en ten oosten, waar het
ook het Haurangebergte omvatte, tot de Syrische woestijn.
Deze mening kunnen wij verdedigen op grond van I Par. 5, 11.
23; Jos. 12, 2. 5; 13, 29-30. Meer andere passages, hoewel ze
onze mening begunstigen, zijn minder overtuigend. Argob
verschilt weinig van Basan; dezelfde grenzen worden eraan
toegeschreven in Deut. 3, 14.
Andere passages die nog nagezien kunnen worden, zijn: Num. 21,
24; Deut. 2, 37; 3, 12-17; Jos. 13, 24-33; 26, 1; 22, 7.
Zowel Argob als Basan duidt een uitgestrekt land aan, dat
meerdere van de boven beschreven provincies bevat en ook nog
de volgende, nl. Trachonitis en Iturea (Luk. 3, 1), en de door
Flavius Josephus vermelde provincies Batanea en Auranitis.
In de twee bovenhoeken van de grote kaart 1 kan men nazien,
waar die landstreken ongeveer gelokaliseerd worden.
Nauwkeurige grensaanwijzingen bestaan er niet.
De naam Batanea staat in verband met Basan (‘t’ = ‘s’),
Auranitis met Hauran en
Iturea misschien met de huidige naam Djedoer.
b) Trachonitis = Ledja.
Hier een klein woord over deze landstreken en in ‘t bijzonder over
Trachonitis, dat het tegenwoordige Ledja is.
De Ledja in de uiterste noordoosthoek van Palestina is het oude
Trachonitis (Luk. 3, 1.). Het is een zonderling gewest.
Zijn hoogte is 10 m boven de omringende vlakten; de bodem
Fascikel 8
134