background image
Ik heb ook in een dorp een paar mensen gezien, die iets afwisten
van de voorspelling van Simeon en Hanna en Hem vroegen of Hij
misschien niet deze was.
Gewoonlijk vergezellen Hem (eerbieds- en beleefdheidshalve)
mensen van de ene plaats naar de andere. De bezetenen
bedaarden in zijn nabijheid.
Hedennacht zag ik Hem bij een snel riviertje – de Hiëromax of
Jarmoek – dat in de Jordaan vloeit ten zuiden van het Meer van
Gennezaret, niet ver van die steile berg (waarop Gergesa ligt) en
waarvan later de zwijnen (op zijn bevel, door het ravijn) zich in
het Meer stortten (nr. 942). Bij dit riviertje stond een rij kleine
aardhutten, een soort herdershuisjes, waarin zich timmerlieden
bevonden; deze mensen die op de boorden een schip aan het
bouwen waren, stokten in hun werk. Ik zag Jezus naar hen
toegaan en hen in alle vriendelijkheid met raad en daad bijstaan;
ik zag Hem balken aanslepen, de hand aan het werk slaan en
meewerken; ik zag hoe Hij hun praktische wenken gaf,
nuttige diensten bewees, maar onder het werk hen
ook aanmaande tot liefde en geduld.
207.
16 juni is een sabbat.
20 juni, woensdag. –
Sedert ik Jezus op de oostkant van het Meer van Galilea zag,
beschouwde ik Hem nog herhaaldelijk, maar wat Hij telkens deed,
ben ik vergeten. Hij kwam op de westzijde terug en hier zag ik
Hem vannacht in een dorp, dat tussen twee heuvelen, niet ver van
Kafarnaüm, Magdalum en Damna (VOORREDE, nr. 6; grote
kaart 2); en ten noordoosten van Sefforis; er was daar een
synagoge; de mensen waren niet slecht, maar verwaarloosd.
Oudtijds had Abraham daar weiden voor zijn offervee gehad.
Jozef en zijn broeders hadden daar hun kudden geweid en in dat
gewest hadden zij hem verkocht.
Fascikel 9
34