background image
welgesteld en leefden in weelde; hun huizen waren met
voorhoven, tuinen en muren omringd (fasc. 1, nr. 14).
Zij kwamen mij voor als rijke boeren bij ons in hun woningen; zij
leefden onder elkaar op hun eigen en niemand had betrekking met
hen; zij hadden daar een school en een leraar; zij onthaalden Jezus
en zijn gezelschap vriendelijk.
Ik zag verscheidene vrouwen hier aankomen, waaronder ook, zo
ik meen, de vrouw van Petrus. Nadat ene van hen met Jezus
gesproken had, reisden zij weer af. Misschien kwamen zij van, of
gingen zij naar Nazareth en brachten zij Jezus een boodschap voor
(vanwege?) Jezus’ Moeder. Jezus was beurtelings bij de
een of ander tollenaar en voerde het woord in hun
school. Hij verweet hun in ‘t bijzonder dat zij niet
zelden meer dan de rechtmatige tol van de reizigers
afpersten (cfr. Lk. 3, 13); zij schaamden zich tot achter hun oren
en konden niet begrijpen hoe Hij dat wist; zij waren ootmoediger
en namen zijn leer geredelijker aan dan de overige Joden. Hij
wekte hen op tot de doop.
4 september. –
Geen mededelingen over Jezus’ leven.
Jezus te Kislot-Tabor.
222.
5 september. –
Op woensdag 5 september verliet Jezus de tollenaarsplaats, na een
redevoering die de gehele nacht geduurd had; velen
van hen wilden Hem geschenken geven, maar Hij wees ze af;
velen gingen ook met Hem mee; zij wilden Hem volgen naar de
doop.
Fascikel 9
78