background image
de kindermoord en over Jobs verblijf in Egypte en hij heeft het
verwerkt in het leven van de H. Maagd, zoals het reeds gezegd is in
fasc. 7, nr. 178, voetnoot 376).
Jezus sprak ook met Eliud van zijn reis naar de doop;
Hij had vele mensen bijeen doen komen en naar de woestijn bij
Ofra gezonden (nr. 226, voetnoot 34 en nr. 250). “Wat Mij
betreft, zegde Jezus, Ik wil er alleen naartoe reizen.
Ik zal de weg over Betanië nemen, omdat Ik Lazarus
daar moet spreken.” Hij noemde hem bij een andere,
een algemene naam, die ik vergeten ben (cfr. Joa. 11, 11);
Hij sprak over Lazarus’ vader, die iets geweest was in
de oorlog. Hij zegde dat Lazarus en zijn zusters rijk
waren, maar hun ganse bezit ten offer zouden
brengen in dienst van het heilswerk.
Lazarus had drie zusters; de oudste was Marta en de jongste
Maria Magdalena; de middelste in leeftijd heette eveneens Maria,
maar deze leefde in volkomen afzondering, was stil en schijnbaar
krankzinnig en werd daarom de stille of zwijgzame Maria
genoemd.
Over deze familie sprekend zegde Jezus tot Eliud dat
Marta goed en godvruchtig was en Hem met haar
broer zou volgen. Over de vermeende krankzinnige
zei Hij: “Zij heeft een grote geest, een scherp verstand,
maar tot haar zaligheid is zij (voor het dagelijks
gebruik) ervan beroofd (zij leeft steeds in
beschouwing). Zij is niet bestemd voor de wereld;
haar roeping is de beschouwing; zij kent geen zonde.
Indien Ik haar over de verborgenste geheimen wilde
spreken, zou zij het verstaan. Zij zal niet lang meer
leven, zij zal sterven, wanneer Lazarus en zijn zusters
zich definitief bij Mij aansluiten en al hun
bezittingen voor de Gemeente ten beste zullen geven.
Fascikel 9
105