background image
284.
12 andere, verderaf, naar buiten gelegen, insgelijks driehoekige
zeer grote en dikke stenen (nochtans kleiner dan de voorgaande),
waren bontkleurig, in kleur verschillend, en sommige met
allerhande figuren en bloemen dooraderd.
Josuë liet 12 mannen uit de 12 stammen uitkiezen, om die stenen,
(nl. de 12 buitenste) op hun nek naar de oever en tamelijk ver
landwaarts in te dragen; zij moesten die in 2 rijen daar als
gedenkstenen neerleggen.
In de buurt van de plaats, waar zij ze neerlegden, ontstond later
een dorp; de namen van de 12 stammen en van de 12 dragers
erden
w
in die stenen gebeiteld. De stenen waarop de levieten
stonden (de 12 binnenste) waren groter dan die der buitenste
n,
rije
en ze werden, toen de levieten het bed van de stroom verlieten,
omgekeerd, zodat ze met hun spits omhoog kwamen te liggen.
Fascikel 10
222