background image
Deze had geen kinderen en daar hij altijd vurig gewenst had er te
krijgen, had hij een zoon aangenomen, die zijn vrouw bij die
huisbestuurder gewonnen had. Deze zoon nu was 14 jaar. De
bode kwam als de gezant en als de heer en vader zelf; ik heb dit
alles gezien; de hele toedracht van de zaak werd mij getoond.
Wellicht wegens deze omstandigheid, die overigens niet bekend
was, heeft Jezus hem zo lang laten roepen.
Die knaap had reeds lang naar Jezus verlangd. In het begin was
de ziekte niet zo erg en zij verlangden maar naar Jezus ter oorzake
van de Farizeeën (om in hun ogen te triomferen).
14 dagen geleden begon de ziekte te verergeren en de zoon zei
telkens bij het innemen van allerlei geneesmiddelen: “Al die
drankjes zullen mij niet baten. Alleen Jezus, de Profeet van
Nazareth, kan mij genezen!”
-
Toen nu het gevaar zo dreigend geworden was, zonden zij
reeds met de H. Vrouwen een boodschap naar Samaria
(nr. 550), en
-
een volgende met Andreas en Saturninus naar Engannim
(nr. 560, einde).
-
Eindelijk reed de huisbestuurder zelf naar Kana, waar Hij
Jezus aantrof.
Jezus had hem zo lang laten wachten, om hun
verkeerd inzicht (nl. over de Farizeeën te triomferen)
te bestraffen.
De afstand van Kana naar Kafarnaüm was wel een dagreis, maar
de vader reed zo haastig dat hij er nog vóór de nacht aankwam.
Een paar uren van Kafarnaüm kwamen hem de knechten
tegemoet, die hem het nieuws brachten dat de zoon weer gezond
was; zij waren hem achterna gezonden met de boodschap dat,
indien hij Jezus nog niet gevonden had, het niet nodig was nog
langer moeite te doen; de zoon was genezen; op het 7e uur was hij
plotseling vanzelf gezond geworden (Joa. 4, 52).
Fascikel 15
860