background image
Vandaar ook die zo strenge onderrichtingen van de
Heer, betreffende de straffen die nog over Jeruzalem
moesten komen.
Toen Jezus na het sluiten van de sabbat, met de aanvang van de
vastendag, en na nog eerst vele zieken genezen te
hebben, Kafarnaüm wilde verlaten om zich naar het huis van
zijn Moeder te begeven, kwam Hij in de stad voorbij een groot
gebouw, dat met water omringd was; een brug lag erover. De
boosaardigste bezetenen werden ‘s avonds daarin opgesloten.
Terwijl Hij er voorbijging, raasden zij geweldig; woedend
schreeuwden zij: “Daar gaat Hij!! wat wil Hij? Waarom wil Hij
ons verdrijven?” Dan sprak Jezus: “Zwijgt en blijft tot Ik
terugkom. Dan is uw tijd gekomen om te wijken.”
En zij hielden op te schreeuwen en waren stil.
575.
Nadat Hij de stad verlaten had, zag ik de Farizeeën en
stadsoversten vergaderen en onder hen bemerkte ik Serobabel, de
hoofdman; zij hielden raad om elkanders mening te vernemen
over hetgeen zij nu zagen gebeuren, over Jezus en hun houding
tegenover Hem en over de eventueel te treffen maatregelen.
-
“Welk een opstand en onrust veroorzaakt die mens, zeiden zij;
alles wat in rust is, zet Hij overhoop; de gang van zaken wordt
gestoord; de mensen verlaten hun arbeid en zwerven met Hem
rond.
-
Hij zaait onrust in de gemoederen van vreedzame mensen met
zijn boete-eisen en strafpredicaties.
-
Hij verschrikt het volk met de aankondiging van rampen.
-
Hij komt altijd terug op zijn Vader, maar is Hij niet van
Nazareth en de zoon van de arme timmerman?
-
Waarop steunt zijn zo grote stoutmoedigheid en zekerheid?
-
Welk recht kan Hij laten gelden?
-
Hij schendt door zijn genezingen de sabbatrust,
Fascikel 15
878