background image
Jesaja, dat op de vorige sabbat in de synagoge
gelezen was, tot leiddraad en leerde over de stomme
honden, die niet blaffen, de zonde niet afweren en de
mensen heimelijk verscheuren (Jes. 56, 9-12). Hij deed
hen opmerken dat de Herodianen die echtbrekers
aan het gerecht hadden overgeleverd, terwijl
Herodes, hun vriend, zelf in echtbreuk leefde.
Ook zei Hij tot zijn toehoorders waaraan zij de
Herodianen konden herkennen; dit ben ik vergeten.
Hier in de omtrek waren in verscheidene verspreide hutten zieke
en door arbeid verlamde mensen. Jezus bezocht die hutten en
genas die goede mensen en zei hun naar zijn
prediking te komen en dan naar hun werk te gaan,
en zij deden dit onder vreugdig lofgezang.
Joannes de Doper.
641.
Ook van hier uit zond Jezus nog enige herders naar Macheront
met het bevel voor de leerlingen van Joannes, het volk in
Macheront te overhalen om uiteen te gaan, want hun opstand kon
Joannes een zwaardere gevangenschap, ja, zelfs de dood
berokkenen.
Herodes en zijn bijzit waren te Macheront. Ik wil nu het tafereel
verhalen, waarin ik Herodes Joannes de Doper zag laten roepen
en vóór zich brengen.
Herodes zat in een grote zaal, in de nabijheid van de gevangenis;
hij was door zijn lijfwacht en meerdere ambtenaren,
schriftgeleerden en vooral Herodianen en Sadduceeën omringd.
Joannes werd door een gang in deze zaal gebracht en stond vóór
de grote geopende deur tussen de wachten.
Fascikel 16
1024