background image
komen, en waar de armen met hun recht dan waren?
“Aangezien,” zo vervolgde Hij, “gij Mij uitgenodigd,
Mij de ereplaats toegewezen en Mij tot heer en meester
van de tafel gemaakt hebt, zo moet Ik (als
verantwoordelijke) bekommerd zijn nopens de gasten
die het recht hebben aan de maaltijd deel te nemen.”
Hij verzocht hen derhalve de genezenen en andere
armen uit de stad er bij te laten komen.
Daar zij dat bevel niet haastig opvolgden, gingen zijn leerlingen
de armen in alle straten roepen en spoedig waren er daar een hele
hoop. Jezus en zijn leerlingen stonden die schamele mensen hun
eigen plaatsen af en de schriftgeleerden vertrokken de een na de
ander. Jezus en zijn leerlingen en enige goede gasten dienden de
armen en deelden onder hen alles uit wat nog over was. Dit
bezorgde hun een ongewone vreugde. (Men vergelijke dit tafereel
met fasc. 9, nr. 222 en voetnoot 30).
Daarna ging Jezus met de zijnen bij de Farizeeër Dinotus aan de
westzijde vóór de stad overnachten.
653.
1 september. –
Heden, zondagmorgen, kwamen ontelbare zieken uit Gennabris
zelf en uit de omstreken bij het huis waar Jezus herbergde, en Hij
bracht de hele morgen door met het genezen van
zieken, meestal mensen met lamme handen en waterzuchtigen.
De Farizeeër bij wie Jezus hier logeerde, was een doorgoed man,
een weduwnaar van ongeveer 30 jaren. Hij had een zoon met
name Josafat, die ongeveer 12 jaren was en later met zijn vader
tot Jezus kwam, toen zijn vader alles verliet om Jezus te volgen.
De joodse knapen droegen een lang kleedje of tuniekje. Beneden
was aan elke zijde een geer (= naar boven spits toelopende strook)
of driehoekig stuk ingenaaid en in de zoom hiervan was een
spleet, zoals in de manshemden bij ons. Van voren had dit kleed
Fascikel 16
1045