background image
Met het vallen van de avond leraarde Hij nog in de
synagoge, want juist begon de sabbat van het offerfeest van
Jefte’s dochter; het was in deze stad een volks treurfeest334.
Hier waren vooral vele meisjes, doch ook andere mensen uit het
gewest. Wat ik van Jezus’ leerrede onthouden heb, zal ik morgen
meedelen.
Jezus en de leerlingen hadden een maaltijd bij de levieten en zij
overnachtten in een huis bij de synagoge (synagoge-herberg of
huis voor reizende leraren). In deze omstreken waren geen
herbergen voor Hem ingericht, maar te Ennon, te Kamon en
Mahanaïm waren de herbergen voorop besteld en het aantal
gasten bepaald.
334 Hier geeft K. nogmaals aan een feest de benaming sabbat, zoals ook de
H. Schrift het soms doet. Zie fasc. 13, nr. 432, voetnoot 194.
Het hier vermelde feest, dat nu begint, dankt aan Jefte zelf zijn ontstaan.
Wij lezen in Rechters, 11, 39: “Jefte voltrok de gelofte aan haar die hij
gedaan had; zij heeft dus geen man gehad. En het werd een gewoonte in
Israël dat de Israeliëtische meisjes jaarlijks gedurende vier dagen de dochter
van Jefte, de Giladiet, gingen bewenen.” De H. Schrift vermeldt haar naam
niet.
De zienster noemt ze Jeftias.
Vondel noemt ze in zijn treurspel: Iphis.
Volgens sommige rabbijnen heette ze Sjeila.
Een analoge geschiedenis lezen wij bij Dapper in zijn boek ‘Perzië’:
“Amalek Kanna, dochter van een Perzisch vorst had zelfmoord gepleegd uit
weerzin voor een huwelijk met een Tartaarse prins, waartoe haar vader haar
wilde dwingen.”
Een oud Engels schrijver, met name Karturigt, heeft beweerd dat de
dochters van haar gewest jaarlijks op een bepaalde tijd samenkomen om
haar dood te betreuren. Doch hedendaags is de herinnering daaraan bij de
Perzen verdwenen.
Men wees in die streek ten zuiden van de Kaukasus twee kapellen aan,
gelegen op een hoger berg dan de stad Sjammachie, waarvan de ene in een
crypte het graf van die dochter bevatte.
Ook hierop mogen wij wel eens de aandacht vestigen. Het zal wel geen
toeval zijn dat Jezus zijn reizen zo regelt, dat Hij vaak ergens komt, waar
juist een feest wordt gevierd.
Fascikel 17
1143