background image
Raguel en zijn zwager Jetro, alsook Sippora, de vrouw van Mozes
met haar twee zonen en een dochter (Ex. 2, 15-22) in Arga
woonden. Ik zag dat Jetro en Mozes’ vrouw en kinderen tot hem
naar de berg Horeb reisden, hoe Mozes hen vreugdevol ontving
en hun vertelde onder welke omstandigheden God hen uit Egypte
geholpen had en hoe ook Jetro een offerande aan de Heer
opdroeg. Ook zag ik hoe Mozes in eigen persoon over alle
Israëlieten rechtsprak en hoe Jetro hem aanraadde ondergeschikte
rechters aan te stellen. Dan trok de laatste weer huiswaarts, ter-
wijl Sippora met de kinderen bij Mozes bleef (zie Ex. geheel 18).
704.
Ik zag dat Jetro alle wonderen die hij gezien had, te Arga vertelde,
en dat daar vele mensen een grote verering voor de God der
Israëlieten opvatten en dat Jetro er geschenken en offeranden op
kamelen heenzond; vele inwoners van Arga hadden er toe
bijgedragen; ze bestonden uit fijne olie, die later in de tabernakel
brandde; uit fijn, lang kamelenhaar, tot het spinnen en weven van
dekkleden, en uit een zeer schoon hout, ‘Setim’ genaamd,
waarvan de draagbomen van de Ark en ook de toonbrodentafel
gemaakt zouden worden.
Ik meen dat zij ook een soort van meel zonden voor het bakken
van de toonbroden; het was het merg van een rietachtige plant,
waarmee ik eens Maria, vrij vroeg na Jezus’ geboorte, een zeker
moes voor haar Kindje heb zien bereiden. (fasc. 5, nr. 126,
voetnoot 283).
‘s Avonds met het begin van de sabbat leerde Jezus in
de synagoge uit Jesaja en V Mozes, hoofdstukken 21
tot 26.
Deuteronomium 21 (zie hiervoor nr. 676)
Deuteronomium 22
Weggeraakt goed
1. Als gij ziet, dat het rund of een stuk kleinvee van uw broeder verdwaald is, zult gij u aan de
zorg daarvoor niet onttrekken; gij zult het zeker aan uw broeder terugbrengen.
2. En indien uw broeder niet in uw nabijheid woont en gij hem niet kent, dan zult gij het in uw
huis opnemen en het zal bij u blijven, totdat uw broeder het zoekt; dan zult gij het hem
teruggeven.
Fascikel 17
1167