background image
Deze stam van mensen had ook ijver voor de wet van Mozes en voor de eer
van Jawhe. (II Kon. 10, 15-16); zij leidden een afgezonderd bestaan en nog
in Jezus’ tijd hadden zij de dienst van de ware God en de eenvoudige,
goede, voorvaderlijke zeden bewaard.
Die zonderlinge volksstam in Abessinië, die K. reeds in 1820, toen hen
niemand kende of hoogstens een onderzoeksreiziger er de aandacht op
begon te vestigen, zonder aarzeling een jodenstam noemde, is een zeer
interessant verschijnsel.
Er zou onzeglijk veel over te zeggen zijn, maar beperking is voor ons
noodzaak.
***
Vooreerst de nota die Brentano bij deze passage plaatst:
Deze mededeling over het Jodenvolk in het rijk van Judit heeft betrekking op
een Jodenstaat in het maangebergte in Abessinië.
Vaak is K. in haar visioenen naar dat land gereisd en heeft er de koningin
herhaaldelijk bezocht.
-
De koninginnen droegen altijd de naam Judit en
-
heerste een koning over het land, dan noemde men hem steeds Gideon.
“Deze mensen hadden geen schuld aan de dood van Christus, zegde K.,
omdat zij lang tevoren in Abessinië gekomen waren.”
***
Samen = provincie van Abessinië (in de uiterste noordoosthoek). –
Tot zijn verrassing vond Brentano in later jaren in de reisbeschrijvingen van
Bruce en Salt de bevestiging van het bestaan van zulk een joodse volksstam
in dat land, meer bepaald in het hooggebergte Samen.
-
Bemerk dat ‘Samen’ een oud Hebreeuws of althans Semietisch woord is,
waarvan ‘maangebergte’ de vertaling schijnt te zijn.
-
Het Hebreeuwse woord ‘Sammajim’, d.i. ‘hemelen’, is inderdaad afgeleid
van ‘Samah’, d.i. ‘hoog zijn’.
De provincie Samen vormt de uiterste noordoosthoek van Abessinië.
Terwijl het hele rijk een hoogland is, gelijkt de provincie Samen op een
oninneembare burcht, een onbereikbaar bergland met steile toppen,
verscheurd door diepe valleien en kloven.
Boven de gemiddelde hoogte van 1.000 tot 2.000 m rijzen ontoegankelijke
toppen de lucht in zoals de Dajan in Samen tot een hoogte van 4.620 meter,
zoals de Tala in Godzjam tot 4.100 m.
Fascikel 17
1195