background image
Jezus bij Abigaïl.
714.
Gedurende dit openbaar feest bezocht Jezus de heidenen.
Abigaïl had Hem dringend om zijn komst gebeden, en de Joden
zelf, aan wie zij veel goeds bewees, baden Hem haar een
onderhoud te verlenen.
‘s Morgens (22 september) zag ik Hem met enkele van zijn
leerlingen zich door de Jodenstad, het was nog vroeg in de
morgen, in de richting van de heidenstad naar een openbare
lustplaats begeven. Deze was met bomen beplant en lag tussen
beide stadsdelen. Daar kwamen de Joden gewoonlijk met de
heidenen samen voor zaken en ruilhandel. Hier bevond zich
Abigaïl met haar gevolg en haar vijf volwassen dochters en vele
heidense jonkvrouwen en nog andere heidenen. Abigaïl was een
sterke en grote vrouw van om de vijftig; ze kon van dezelfde
leeftijd zijn als Filippus terwijl deze ouder, veel minder fit,
minder krachtdadig en streng, maar dikker en wekelijker was dan
Antipas.
715.
In haar gelaat had Abigaïl een uitdrukking van treurigheid en
onvoldaanheid, zij haakte (= hevig verlangen naar, hunkeren) naar
hulp en onderricht, maar zij wist niet hoe zij het aanleggen moest,
want zij stond onder toezicht en hierdoor was zij nooit in haar
handelingen vrij. Hier wierp ze zich voor Jezus neer. Hij
richtte haar op en onderrichtte haar en alle
aanwezigen, terwijl Hij op en neerging. Hij sprak
hun over de vervulling van de profetieën, over de
roeping van de heidenen en over de doop.
Hier moet ik de tussenbemerking maken, dat van alle plaatsen,
waar Jezus, sedert zijn afreis uit Ennon doortrok, er gedurig
scharen van Joden en heidenen naar Ennon trokken, om door de
leerlingen, die hij daar gelaten had (nr. 686), gedoopt te worden.
Fascikel 17
1209