background image
Genezingen.
721.
24 september = 3 Tisri; vastendag. –
Heden morgen zag ik de levieten Jezus brengen op een groot
binnenplein, dat met cellen ombouwd was. Daar werden
doofstommen en blinden als in een hospitaal verpleegd.
Er waren oppassers en een paar mannen als artsen bij hen.
De patiënten waren vanaf hun geboorte doofstom en blind; het
waren gedeeltelijk reeds ouden van dagen en hun getal beliep
wellicht de twintig.
Over de gewoonte om op de graven op zulk een manier te gaan bidden, het
volgende als illustratie of een vergelijking; het komt uit het boek ‘Augustinus’
van Louis Bertrand, blz. 23-24, maar is hier verkort weergegeven:
“Geregeld bezocht Monika de christenbegraafplaats of een martelarenkapel,
zoals er talrijke waren; ze nam in een kabas wat mondvoorraad mee en trof
daar altijd vriendinnen aan.
Men zette zich rond de grafstenen neer en sprak de mondvoorraad aan;
men at en dronk in godvruchtige stemming ter ere van de martelaren en
schonk dan het overschot van de mondvoorraad aan behoeftigen. Dit was
bij de christenen niet anders dan een overblijfsel van heidens bijgeloof ...
Dit gebruik leeft nog voort: elke vrijdag gaan de mohammedaanse vrouwen
van Afrika nog altijd de begraafplaatsen van de maraboets of hun
gedachteniskapellen bezoeken; men gaat rond de grafstenen in de schaduw
van cipressen of eucalyptussen neerzitten, snoept er van allerlei lekkernijen
en door de vrouwen wordt er hartelijk gebabbeld en gelachen; maar Monika
was hierbij altijd ernstig en vroom, en vond er zelfs geen gelegenheid in tot
verstrooiing …”.
***
De zienster vermeldt een enig schone begraafplaats. Nu, 2 uren ten
zuidoosten van tell Abil tekenen de kaarten aan: ‘el Moegheijir’.
Deze Arabische naam betekent: ‘grot of grotten’.
Waar men op een kaart deze veel voorkomende naam vindt, kan men
zonder aarzelen aannemen dat daar voorname grotten voorhanden zijn.
Dezelfde naam vindt men nog 4 km ten zuidzuidwesten van tell Abil.
Fascikel 17
1222