background image
ken de gezindheid die zij heden koesteren, voordat Ik hen breng naar het land, dat Ik hun
onder ede beloofd heb.
22. Toen schreef Mozes dit lied op en leerde het de Israëlieten.
23. En Hij gebood Jozua, de zoon van Nun: Wees sterk en moedig, want gij zult de Israëlieten
brengen in het land, dat Ik hun onder ede beloofd heb, en Ik zal met u zijn.
24. Toen Mozes gereed was met de woorden dezer wet volledig in een boek op te schrijven,
25. gebood hij de Levieten, die de ark van het verbond des HEREN droegen:
26. Neemt dit wetboek en legt het naast de ark des verbonds van de HERE, uw God, opdat het
daar tot getuige tegen u zij.
27. Want ik ken uw weerspannigheid en hardnekkigheid. Wanneer gij, terwijl ik thans nog
levend bij u ben, tegen de HERE weerspannig zijt geweest, hoeveel te meer dan na mijn dood!
28. Roept alle oudsten uwer stammen en uw opzieners bij mij samen, opdat ik te hunnen
aanhoren de volgende woorden spreke en tegen hen de hemel en de aarde tot getuigen
aanroepe.
29. Want ik weet, dat gij na mijn dood zeer verderfelijk handelen zult en afwijken van de weg,
die ik u geboden heb; daarom zal na verloop van tijd het onheil over u komen, wanneer gij doet
wat kwaad is in de ogen des HEREN en Hem krenkt door het maaksel uwer handen.
30. Toen sprak Mozes ten aanhoren van de gehele gemeente van Israël de woorden van dit lied
ten einde toe.
Uit: NBG-vertaling 1951
In Jezus’ rede kwam ook veel voor over de afgoderij in
Samaria, over Achab, Izebel en Elias.
Ook vertelde Jezus dat Jonas geen brood van de raaf
gekregen had, (zoals Elias), omdat hij
ongehoorzaam was geweest.
Ik meen dat ook met Jonas hier iets gebeurd moet zijn, maar dit
ben ik vergeten.
Ook ging het in Jezus’ rede over de koning Baltasar
van Babylon, die de heilige vaten door profaan
gebruik ontwijd en het geschrift op de muur gezien
had. Ik zag dit alles (in bijkomstige visioenen).
-
Uit Jesaja 61, 1 tot 64 leerde Hij zeer lang en
krachtig en Hij legde alles zeer wonderbaar uit als
gezegd van Hemzelf (Jes. 61, 1; Lk. 4, 18), en
-
Hij sprak ook zeer diepzinnig over zijn lijden en
overwinning (Jes. 52; 53; 63).
-
Hij sprak over het treden van de wijnpers, het rode
bloedbespatte gewaad, de arbeid zonder een helper
Fascikel 17
1236