background image
en het verslaan en vertrappen van vijandige
volkeren (Jes. 63, 1, enz.).
-
Hiervóór had Hij ook reeds gesproken over de
vernieuwing van Sion, de wachters op Sions muren
(Jes. 62, 1. 6) waarmee Hij, naar ik duidelijk voelde,
de H. Kerk op het oog had.
Hij leerde zo klaar, althans voor mij, maar ook zo
diepzinnig en ernstig, dat de joodse geleerden
getroffen waren en verslagen stonden, zonder Hem
nochtans te verstaan.
Zij kwamen ook nog in de nacht tezamen, sloegen vele
schriftrollen na en wisselden onder mekaar allerlei gedachten en
vermoedens; zij achtten het mogelijk dat Hij zich met een naburig
volk verstond, met een vreemde macht afgesproken was en het
plan koesterde om binnenkort Judea met een groot leger te
veroveren.
Jezus sliep weer voor de stad in de herberg waar een rij loofhutten
opgericht was. De afgod Baäl vóór de ingang van de heidenstad
was van metaal; hij zat onder een boom (cfr. fasc. 5, nr. 131,
voetnoot 293), had een brede kop en een wijde muil; zijn kop was
boven zeer spits, als een suikerbrood (kegelvormige witte-
suikerklomp). Er was een krans van bladeren rond als een kroon;
hij was breed, dik en kort en zat, zoals een dier, zoals een
opgerichte os (op zijn achterstel). In de ene hand had hij een bos
koornaren; van zijn andere hing een zeker gewas neer, ik weet
niet of het druivenranken waren dan wel een andere plant; hij had
zeven gaten in zijn lijf en zat in een soort ketel, waarin men vuur
onder hem kon maken; op zijn feestdagen werd hij gekleed.
727.
Gadara is een vestingstad; de heidenstad is tamelijk groot; ze ligt
even onder het toppunt van de berg (dat ten oosten ietwat hoger
is). Aan de noordelijke voet van de bergtop (op een afstand van 4
Fascikel 17
1237