background image
Hedenmorgen, 8 Tisri, leraarde en heelde Jezus nog te Gadara,
maar verliet de stad in de namiddag. De heidenen, wier kinderen
Hij genezen had, dankten Hem nogmaals vóór de heidenstad. Hij
zegende hen en ging met bijna 12 leerlingen afwaarts door het
dal ten zuiden van Gadara, dan over een andere berg, ook
zuidelijk en tot bij een riviertje; dit daalt af uit het gebergte onder
Betaramfta-Julias, waarin de metaalmijnen ten oosten van hier
gelegen zijn.
Bij dit riviertje, ongeveer 3 uren ten zuiden van Gadara nam Jezus
hedenavond zijn intrek in een herberg. Daar waren allerlei lieden
vruchten aan het inzamelen, tussen wie door Hij
onderrichtend op en neer ging; dit waren Joden, maar daar
was ook een groep heidenen in de buurt, die op de boorden van
het riviertje witte bloemen van hagestruiken of van een zeker
kreupelgewas verzamelden. (Misschien wel agnus castusstruiken,
Fascikel 18
1249