background image
Die appel groeit niet in Palestina zelf, maar wordt er ingevoerd uit
een heter land. In Palestina treft men die vrucht hier en daar op
sommige plaatsen wel aan, maar ze is er niet zo vitaal en wordt
ook niet goed rijp, zij krijgen ze door karavanen uit warmer
landen; het is een gele vrucht als een kleine meloen; ze heeft van
boven een kleine kroon, is een weinig plat en heeft ribben. In het
midden (binnen) lopen roodachtige strepen door het vlees en
daarin zitten 5 kleine pitten dicht bij elkaar, doch zonder klokhuis.
De steel is een weinig gekromd, de bloeiwijze is een witte, grote
bloemtuil, zoals bij ons de bloemtrossen van nageltjes (Spaanse
vlier). Uit de takken dalen onder de grote bladeren scheuten naar
de grond, waar ze weer wortel schieten, waaruit de nieuwe bomen
opgroeien, zodat ze loofhutten vormen. De vruchten zitten tussen
de bladeren met een steel aan de tak vast.
Ook de heidenen hadden hun deel aan het feest; zij hadden
eveneens loofhutten en die van de gedoopten stonden het naast bij
die van de Joden; zij werden vriendelijk door de Joden vergast.
De atmosfeer was nog doortrokken van de ontroering over de
inhoud van Jezus’ verloren-zoon-parabel; de maaltijd duurde tot
laat in de nacht.
Jezus wandelde op en neer tussen de tafels, deed
leerrijke verhalen, en waar iets ontbrak, liet Hij dit
door zijn leerlingen aanbrengen. Een geheimzinnig,
waarneembaar geroezemoes van blijde stemmen, af en toe door
gebed en gezang onderbroken, vervulde het gewest, dat schitterde
De warme oosterse landen zijn het best voor deze vrucht geschikt, doch ze
komt ook voor in Europa, nl. vooral op het eiland Corfou, dat een zeer
gunstig klimaat heeft. – Corfou ligt dicht bij de Griekse westkust. – In de
Encycl. Judaïca is een marktscène te Antwerpen met een kraam van
‘Etrogim’ (meervoudsvorm) afgebeeld.
Het plantenboek ‘Illustrierte Flora Mittel-Europas’ van Dr. Gustav Hegi, Band
V, Teil 1, blz. 65, trefwoorden: ‘Esrog’, ‘Ethrog der Juden’, ‘Cedro di Sorrent’,
bevat een artikel over de Esrog, de paradijsappel, enz., waardoor me
nochtans niet alles duidelijk geworden is.
Fascikel 18
1287