background image
Jezus te gast bij Obed.
788.
24 oktober. –
Aser-Mikmetat ligt dwars over een bergrug, die in de richting van
het Jordaandal loopt; het zuidelijk deel behoort tot de stam
Efraïm, het noordelijke tot Manasse.
-
In Efraïm ligt, indien ik me niet vergis, Mikmetat en
-
in Manasse ligt Aser en
ze maken samen een enkele stad uit: Aser-Mikmetat
(Jos. 16, 6; 17, 7).
De grens loopt tussen beide door; de synagoge ligt in Aser, aan
gene zijde en zijn inwoners verschillen in zeden en aard enigszins
van die van Mikmetat, en hierdoor houden zij zich wat afzijdig.
Mikmetat, het Efraïmietische stadsdeel strekt zich met een rij
huizen opwaarts op de berg uit; beneden in het dal vloeit het
riviertje waarbij Jezus gisteren de Samaritanen nog onderrichtte,
die Hem naar deze plaats vooruit gelopen waren.
Iets hoger (op een helling) ligt vóór de stad een schone bron, en,
zoals gewoonlijk, is er rondom deze bron een badplaats en een
lusthof. De bron, waartoe men met sierlijke trappen afdaalt, is in
een gemetseld bekken gevat, in welks midden op een terras een
schone boom staat. Uit dit bekken kunnen meerdere baden, die er
omheen liggen, gevuld worden; hier genas Jezus gisterenavond
twee Samaritaanse vrouwen (nr. 786).
789.
Hier werd Jezus door de inwoners met de gewone gastvrijheid
ontvangen, en Hij begaf zich ten huize van een eerbiedwaardig,
aartsvaderlijk man, die Obed heette; het huis was een groot
landgoed vóór Mikmetat. Obed was een soort opperhoofd over de
stad (soort stam- of familiehoofd). De bevolking aan deze zijde
was immers meestendeels onderling vermaagschapt: verscheidene
Fascikel 18
1385