background image
De inwoners van Meroz leverden zich hoofdzakelijk over aan de
bereiding van huiden tot leder; zij maakten leder en vervaardigden
pelswerk, naaiden er klederen van, maakten lederen zolen,
riemen, gordels, schilden en soldatenvesten; zij haalden de huiden
ver in het rond op ezels en bereidden die gedeeltelijk in een put,
die zijn water uit de stadsbron ontving. Maar daar dit water,
afkomstig van een waterleiding (en niet van een bestendige bron),
niet altijd in voldoende hoeveelheid voorradig was, looiden zij
ook hun huiden bij Iskariot, een moerassig gewest, een paar uren
oostelijk van Meroz en slechts een weinig ten noorden van Aser-
Mikmetat; dit was een woeste hoek met slechts enige woningen;
er liep daar een bergkloof met een bron of beek naar het
Jordaandal toe (zie kaart of grote kaart 3).
haar Zoon de kop van het serpent verpletterde en hem de volkomen
nederlaag toebracht.
Katarina meende nog dat Meroz eerst bij Jezus’ komst uit zijn smaad weer
bevrijd moest worden. Inderdaad, door de eer die Jezus Meroz door zijn
bezoek bewijst, herwint het zijn eer en aanzien, en ook dit is een beeld van
wat thans gebeurt met het hele godsvolk, dat niet langer veracht of
misprezen wordt om zijn ontrouw, lafheid en zonde maar in zijn hoogste eer
wordt hersteld. K.’s vermoeden betreffende de inhoud van het lied laat dus
zien hoe haar zienersblik diep in de Messiaanse werkelijkheden boorde.
Fascikel 18
1398