background image
gestuurd en dezen waren hier wel met 100 soldaten aangekomen;
zij stonden op een plaats van waar zij alles goed konden zien en
horen.
In de namiddag daalde Jezus met de leerlingen af in het dal
zuidelijk van de berg, waar een bron was (nabij de voet van de
berg, hetzij bedoeld is een waterbak of een eigenlijke bron, want
het Duitse ‘Brunnen’ kan beide betekenen; in die omgeving zijn
inderdaad meerdere eigenlijke bronnen.)
Ondertussen was daar door de andere leerlingen, met de hulp van
Marta, Suzanna en hun dienstmeiden, door de vrouwen van
Petrus, Andreas en ook, meen ik, van Jakobus de Meerdere, spijs
bereid geworden, namelijk brood en vissen.
De menigte legerde op de helling en elke groep volk zond een
man die spijzen haalde. Maar zij die zelf enige spijs bij zich
hadden – en dezulke waren talrijk – kwamen hier niet. De broden
en vissen stonden op een terras begroeid met gras.
Jezus zegende alle korven en deelde zelf met de
leerlingen uit aan allen die kwamen. Er scheen mij op
verre na niet genoeg te zijn en niettemin ontvingen allen, die van
geen mondvoorraad voorzien waren, het nodige. Ik hoorde vele
mensen zeggen: “Het vermenigvuldigt in zijn handen!”
Ook de Romeinse soldaten vroegen de leerlingen van die broden,
om die tot een teken en waarmerk van hetgeen zij gezien en
gehoord hadden, naar Rome te sturen. Jezus beval de
leerlingen hun van die broden te geven, welke
zouden overschieten, en er bleven broden genoeg over voor
al de voornaamste militairen, die het zorgvuldig wegborgen en
meenamen.
vroomheid uitmuntten, afgevaardigd naar Judea, om bijzonderheden over
Hem in te zamelen; zij heetten Eufrasius en Indalecius.”
Fascikel 20
1699