background image
Maar hier kwam Herodes’ geboortedag en ook Joannes ter sprake.
Beiden, Serobabel en Kornelius zeiden Hem dat Herodes alle
voorname mannen en ook hen voor zijn geboortedag op 8 januari
naar Macherus had uitgenodigd, en zij vroegen Jezus of Hij hun
veroorloofde er heen te gaan. Jezus antwoordde dat het
hun niet verboden was de uitnodiging te
beantwoorden, indien zij zich sterk genoeg voelden
om geen deel te nemen aan wat daar gebeuren zou.
Maar ook dan was het nog beter, indien zij een
voorwendsel vonden om zich te verontschuldigen en
thuis te blijven.
Zij gaven Jezus ook hun misnoegen te kennen over het zondige
leven van de echtbreker en de willekeur waarmee hij Joannes
gevangen hield en drukten de hoop uit dat Herodes hem op zijn
geboortedag in vrijheid zou stellen.
Jezus bezocht dan ook nog zijn moeder, bij wie Suzanna Alfeï,
Maria van Kleofas uit Nazareth, Suzanna van Jeruzalem, Dina de
Samarietin en Marta zich thans ophielden. Hij kondigde hun
aan dat Hij morgen wilde afreizen.
Marta was zeer treurig om Magdalena’s herval en tegenwoordige
demonische toestand; zij vroeg Jezus of zij niet tot haar zou gaan,
maar Jezus zei haar te wachten.
Magdalena’s toestand.
951.
Ik heb haar bezetenheid gezien; zij is dikwijls in hoge mate
uitzinnig, toornig en hovaardig; zij slaat om zich heen en scheldt;
zij kwelt haar dienstmeiden en is bovendien altijd uiterst ijdel en
overdreven opgetooid: ik zag haar naar de man slaan die in haar
huis meester speelt en dat hij het haar teruggaf, ja, haar
mishandelde.
Fascikel 21
1756