background image
Hij sprak van de ware Wet, waarin zij geen inzicht
hadden, en van HUN wet van gisteren, gelijk Hij die
noemde en die Hij beslist verwierp; en ik vernam dat Hij
daaronder iets verstond gelijk de hedendaagse boeken van de
Joden, ik meen de Talmoed, dewijl zij zich hier bijzonder
toelegden op de studie van dergelijke boeken, waarvan zij veel
hielden490.
490 Talmoed en dergelijke boeken. – Omstreeks de jaren 1923-1925 viel een
Augustijnerpater in een uiterst kritisch boek de ‘betrouwbaarheid van
Brentano in zijn Emmerick-aantekeningen’ geweldig aan.
Het boek stichtte in deze zaak onnoemelijk veel kwaad en toch was zijn
inhoud van zulk een aard dat een ander kritisch auteur uit de laatste jaren
spotte met de kritische waarde van dat boek.
Ook uit deze passage hier bleek het voor de eerste auteur dat Brentano’s
vervalsing allerduidelijkst was.
“In Christus’ tijd spreken van de Talmoed! welk een anachronisme, neen ! dit
kan niet van Katarina zijn. Eens te meer heeft de vervalser Brentano zich
verraden. Eerst ten minste twee eeuwen later is de Talmoed tot stand
gekomen!!”
Wat zeggen beter geïnformeerde geleerden hierover?
-
Het ‘geheel’ van de joodse tradities werd inderdaad eerst later op schrift
gesteld, maar reeds in Jezus’ tijd bestonden er ‘verzamelingen’, b.v. die
van Rabbi Aqiba en die van de Hasmoneeën (Makkabeeën).
De laatste verzameling dankt waarschijnlijk haar ontstaan aan een
codificatie, ondernomen door Joannes Hyrkanus met de bedoeling de
leer van de Farizeeën vast te leggen. Dit geschiedde dus in de jaren
135-134 vóór Christus (D.B. Mischna, c. 1129; cfr. Talmud).
-
Ook de schriftgeleerde Hillel (50 vóór Chr. tot 10 na Chr.) stelde de
mondeling overgeleverde wet op schrift, d. i. de interpretatie van de
mozaïsche wet door de schriftgeleerden.
Hun uitspraken deelde hij in 6 kapittels in en legde hierdoor de
grondslagen voor de latere Misjna. Waarschijnlijk bestond reeds ten tijde
van Christus zijn verzameling, onder zijn leiding op schrift gesteld (D.B.
Scribe, c. 1539).
-
In zijn bekend boekje ‘Les années obscures de Jésus’ schetst de JOOD
Aron het geestelijk milieu waarin Jezus opgroeide en leefde, met deze
woorden: “Nazareth, het Aramees en zijn schakeringen, de feesten en
Fascikel 21
1789