background image
op het einde van de sabbat enige Farizeeën tot Hem en vroegen
waar Hij gestudeerd had, waar en van wie Hij macht en recht
bekomen had om de leraar te spelen en hoe Hij zich deze vrijheid
veroorloven kon? hoe Hij het aandurfde zich het leraarsambt aan
te matigen?
Jezus antwoordde hun zo raak en ernstig dat zij er
niets meer tegen in te brengen hadden. Dan verliet Hij
de tempel en ging met zijn leerlingen en vrienden naar Betanië.
Ditmaal werd zijn oponthoud te Jeruzalem weinig opgemerkt,
daar zijn hoofdvijanden er afwezig waren. Slechts toen Hij de
sabbatlering in de tempel op de grote leerstoel
besloot, werd de aandacht van de menigte op Hem gevestigd en
begon men opnieuw hier en daar te spreken van de ‘Galileeër’.
Alles in Jeruzalem was nu uitsluitend met het instorten van de
bouw, met de haat tussen Herodes en Pilatus en met de afreis van
Pilatus naar Rome bezig; zelfs de dood van Joannes kwam
nauwelijks nog ter sprake. Als er geen spektakel plaats had (ten
gevolge van de tegenkanting van priesters en Farizeeën), dan
werd er niet veel over Jezus gepraat; het is daar gelijk in andere
grote steden. Hier en daar zei men wel: “Jezus de Galileeër
schijnt in de stad te zijn”, maar dan antwoordde een ander: “Als
Hij niet met vele duizenden komt, wat kan Hij uitrichten?”
Bezorgdheid van Pilatus betreffende Jezus.
Vóór Pilatus’ afreis hoorde ik een gesprek van hem met zijn
beambten over Jezus de Galileeër, die zulke opzienbarende
wonderen deed; Hij moest nu in de nabijheid van Jeruzalem zijn.
(Hij was te Hebron, dan te Libna en op reis naar Betsoer).
- Pilatus vroeg: “Trekt er veel volk met Hem mee? Dragen ze
wapens?”
- “Neen, luidde het antwoord; Hij zwerft rond met slechts een
onaanzienlijk getal vreedzame leerlingen, die zijn lessen
Fascikel 22
2017