background image
Waar de Jordaanvallei het nodige water heeft, munt zij uit door
buitengewone vruchtbaarheid. En dit is hier het geval.
Zo luidt dan ook een uitspraak van een rabbi: “Als het paradijs in Palestina
is, dan is Skytopolis (dus ook Tirza) de poort en voorplaats ervan.”
Het gewest doorreizend was Guérin getroffen door de veel belovende
graanvelden, de welige weiden en prachtige vruchtbomen.
De overvloed van water, samen met het half tropisch klimaat, begunstigde
de kweek van palmbomen, olijfbomen, vlas en graan, en andere
edelgewassen, die de rijkdom en het sieraad van die landschappen waren.
K. noemt ook suikerriet, paradijsappelen en nog andere vruchten.
De overvloed van water blijkt reeds uit het feit dat kaart Pal. Grid op het
gebied van Tirza, thans meerdere moerassige plaatsen noteert, het gevolg
natuurlijk van de verwaarlozing onder de Arabische overheersing.
Toch kan dit ook reeds in Jezus’ tijd zijn geweest, want waarom waren vele
huizen op palen gebouwd, tenzij tegen de overstroming van het water in de
regentijd en uit de aanzwellende bronnen.
Inderdaad, de kaart Pal. Grid tekent in die omgeving niet minder dan 10
bronnen aan; 7 daarvan liggen binnen de omtrek van een beperkt gebied
rondom el-Amdam. De 3 voornaamste dragen van zuid naar noord de
namen:
-
ed-Bida;
-
vervolgens ed-Deir, 1 km ten noordwesten van de voorgaande,
-
tenslotte el-Fatoer, 1,5 km ten noorden van de eerste en 1 km ten
noordoosten van de tweede.
Zie kaart hiervoor. De beekjes uit de drie bronnen verenigen zich na een
korte loop van 1 km en vormen een riviertje dat naar de Jordaan vloeit, het
beekje zonder twijfel dat K. noemt in nr. 1380 dat beginnend te Tirza zich
naar de Jordaan richt.
-
De naam ‘ed-Bida’ kan in verband staan met het Chaldeeuws ‘Baït’ en
het Hebreeuws ‘Bitan’, d.i. paleis. De bron Bida ligt het naast bij de ruïne
el-Amdam.
-
Deir wijst op een gebouwencomplex of klooster dat in de Byzantijnse tijd
daar schijnt gestaan te hebben.
Anderhalve km ten noorden van de derde bron Fatoer en van heel dit gebied
verheft zich de heuvel Ridgah. Op zijn top prijkt het grafheiligdom Sjeick
Salim en aan zijn voet droeg een boom en bron dezelfde naam.
Samen met de overige onderhielden deze bronnen overal de grootste
vruchtbaarheid.
Fascikel 22
2026