background image
voor wat volgens God, maar wel voor wat volgens de
mens is!”
Hierna zette Jezus zijn weg voort en Petrus was zeer verschrikt;
hij overdacht bij zichzelf hoe Jezus hem zojuist gezegd had dat hij
niet uit vlees en bloed, maar onder goddelijke openbaring Hem
voor de Christus beleden had, en hoe Hij hem nu satan
(tegenstander, vijand) noemde; iemand die niet uit God is,
maar die spreekt volgens menselijke zin en begeerte, en dit
omdat hij zijn lijden wilde verhinderen.
Hij vergeleek dit beide en werd ootmoediger: hij zag Jezus met
meer ontzag, bewondering en geloof aan. Maar hij was zeer
bedroefd, omdat hem daaruit de werkelijkheid van Jezus’ lijden
des te klaarder bleek.
Ik zag nu Jezus, de apostelen en leerlingen, in gescheiden
groepen, die om de beurt met de Heer gingen, over de
Jordaanbrug trekken, en, de berg van de uitzending der apostelen
aan hun rechterhand latend, in zuidwestelijke richting reizen. Zij
wendden zich boven het westelijk einde van het dal van
Kafarnaüm zuidwaarts613.
Zij reisden alzo de rest van de dag tot in de nacht snel voort en
vermeden zoveel mogelijk alle steden en dorpen; zij hielden
slechts stil om een weinig uit te rusten en wat voedsel te nemen,
en Jezus onderrichtte hen dan.
613 De berg der eerste uitzending hebben wij vroeger aangewezen 3 à 4 km
ten zuidoosten van de stad Safed. Zij laten hem natuurlijk rechts.
Van de Jordaanbrug voort reizen zij westwaarts en komen aan het westelijk
einde van het dal van Kafarnaüm, d.i. het kleine dal Tabiga dat ten westen
begrensd en afgesloten is door de heuvel Oreimeh.
Vanop deze heuvel, boven het westelijk einde van het dal, richt hun weg zich
meer zuidwaarts door de vlakte Gennezaret, dan weer westwaarts tot de
baden van Betulië en van hier bestendig zuidwaarts, zodat Jezus verder de
berg Tabor rechts heeft.
Fascikel 23
2227