background image
Jezus antwoordde hun: “Wie mijn leer niet volgt, geen
boetvaardigheid doet, noch aan mijn zending
gelooft, heeft geen leven in zich en is dood! wie zijn
have en goed hoger schat, dan zijn zaligheid, zo
iemand volgt mijn leer niet en gelooft niet in Mij: hij
heeft geen leven, maar de dood in zich. Zo was ook
die jongeling gesteld, want hij wilde eerst met zijn
oude vader in zake erfdeel overeenkomen en zijn
vader op kostgeld stellen; hij hing met zijn ziel aan
een dood, vergankelijk erfdeel. Dus kon hij geen
erfgenaam van mijn Rijk en het leven worden, en
daarom heb Ik hem gewaarschuwd de doden hun
doden te laten begraven en zich tot het leven te
wenden.”
Jezus zette zijn leer over dit onderwerp verder uiteen
en verweet de Farizeeën hun schraperigheid en
hebzucht zeer streng. Maar toen Hij zijn leerlingen
tegen de farizesche zuurdeeg waarschuwde (cfr. Mt. 16,
6) en de parabel van de rijke vrek en de arme Lazarus
verhaalde (Lk. 16, 12-31), kende hun woede geen grenzen
meer; zij raasden en schreeuwden en was Jezus niet ontweken en
tussen het volk verdwenen, zij zouden Hem te keer gegaan zijn en
vastgegrepen hebben.
Toebereidselen tot het paasfeest te Betanië.
1175.
De 4 lammetjes die door 4 groepen paasgasten bij Lazarus
gegeten moesten worden en die dagelijks aan een bronnetje
gewassen en met verse kransjes versierd geworden waren, werden
heden avond naar Jeruzalem in de tempel gedragen. Aan het
kransje om de hals van ieder lammetje hing een etiketje met het
kenteken van de huisvader. Na nogmaals gewassen te zijn,
Fascikel 23
2245