background image
was het dat de leerlingen thans met hem (de vader) en met de
schriftgeleerden twistten.
1200.
Hierop zei Jezus: “O gij ongelovig en verkeerd
geslacht! hoelang zal Ik nog bij u zijn? Hoelang zal
Ik u nog moeten verdragen?” Hij beval de vader zijn
jongen tot Hem te brengen. De man trad nu onder de
menigte en haalde de knaap die hij op de reis, gelijk een schaap,
dwars om de nek had gedragen, en hij bracht hem bij de hand tot
Jezus; het kon een jongen van 9 of 10 jaren zijn. Zodra hij Jezus
zag, begon hij zich verschrikkelijk te verwringen, en de geest
wierp hem gruwelijk te gronde neer. Hij slingerde en kromde
zich, nam zichzelf bij de keel, wentelde zich rond en het schuim
kwam hem op de lippen.
Nu beval Jezus hem zich rustig te houden en hij lag
stil. Nu vroeg Jezus aan de vader hoelang de jongen
deze kwaal reeds had en de vader antwoordde: “Van
kindsbeen af. Ach! indien Gij nu toch iets vermoogt, zo help ons!
erbarm U over ons!”
Jezus wedervoer: “Indien gij kunt geloven, voor hem
die gelooft, is alles mogelijk!”
En de vader riep wenend uit: “Ik geloof, Heer, help mijn
ongeloof!”
Op deze luide woorden van de vader drong het volk nu, dat te
voren uit schrik op een zekere afstand was gebleven, nader, en
Jezus hief de hand dreigend naar de jongen op en
zei tot de onreine geest: “Gij, dove en onreine geest! Ik
beveel u, vaar uit hem en keer nooit meer in hem
terug!”
Toen schreeuwde de geest afgrijselijk uit de knaap, verwrong hem
hevig en voer uit hem. Maar de jongen lag bleek en onbeweeglijk
als dood en vele omstaanders riepen uit, toen men hem te vergeefs
Fascikel 24
2296