background image
De armen waren niet rondom bedekt; ze waren bij de bewegingen
dikwijls bloot, want het waren geen eigenlijke mouwen, maar
slechts lange lappen of halve mouwen, die met kransjes om de
armen gehouden werden; de stoffen waren van verschillende
kleuren, geel, rood, wit, blauw, gestreept en gebloemd.
Hun haren hingen lang af en waren aan het ondereinde door een
snoer of lint verenigd tot een rand, waaraan kwasten hingen;
hierdoor bedekten ze als een vlak of haarnet de rug en konden ze
ook niet omhoog vliegen. Aan de blote voeten droegen zij
sandalen met omhoog gebogen tippen en met linten
vastgebonden. (Of de punt van de zolen was omhoog gebogen, of
een kapje bedekte de tenen). De gehuwde vrouwen droegen een
ander hoofdsieraad. Dit was niet zo hoog (als de hoeden der
jonge dochters, die een soort hennin waren) en had op het
voorhoofd als een vaste scherm, die dikwijls met een punt tot op
Fascikel 25
2530