background image
was, maar dat hij weer terug was gekeerd en dat men Jezus
daarom verzocht nog enige tijd op Cyprus te vertoeven.
1344.
Jezus antwoordde dat een langer verblijf op Cyprus
niet in zijn bedoeling lag, dus onmogelijk was en dat
Hij op de bepaalde dag de terugreis wilde
aanvaarden.
De leerling vertelde vervolgens de aanslag van Pilatus op de
rustdag vóór Pinksteren (dus op de vooravond, wanneer het feest
reeds begonnen en de rust reeds verplichtend was), nadat de offers
in de tempel gebracht waren. Helaas! twee vrienden van Jezus,
tempeldienaars en verwanten van Zakarias (van Hebron), die
toevallig in het gedrang geraakten, werden daarbij gedood.
Jezus wist het reeds en was sedert enige dagen
daarover in verdriet; de tijding stemde Hem
nogmaals met de leerlingen zeer treurig.
***
Pilatus was de avond te voren uit de stad getrokken en had zich
met enige van zijn troepen opgehouden in een kasteel dat hij bezat
ter zijde van de weg die naar Joppe leidt. In de nabijheid van dit
kasteel had één van de twee rovers, die later met Jezus gekruisigd
werden zijn schelmstreken uitgehaald730.
730 Amwas (= Emmaüs 1) & Latroen. – Één der twee rovers had hier zijn
schelmstreken uitgehaald. – Verder herhaalt K. deze bewering.
“Het kasteel,” zegt zij, “stond ter zijde van de weg die van Jeruzalem naar
Joppe leidt.” Dit is het geval met het huidige Amwas (Emmaüs 1) en
Latroen, twee plaatsen aan de noord- en zuidkant van de grote weg.
Aan de zuidkant van de weg wonen bij de heuvel el-Atroen of Latroen thans
trappisten. Een traditie beschouwt Latroen als de geboorte- of woonplaats
van de rouwmoedige moordenaar, de Egyptenaar Dismas.
Fascikel 26
2619