background image
deed men de was en de afwas en nam men voetbaden. Met het
water echter uit de stenen trog drenkte men het vee, bevloeide
men het land en begoot men de vruchten. Nu gingen de
dopelingen met de voeten in de gracht staan, zoals gewoonlijk en
zij werden met het water uit het bekken gedoopt.
Jezus sprak eerst op de leerheuvel (hoger op de
heuvelhelling, waartegen het huis van Mozes aanleunde).
De leerheuvel heeft een zeer mooie inrichting en een aangename
ligging. Hij handelde over de boetvaardigheid en de
reiniging door de doop.
De mannen droegen lange witte klederen, repen stoffe (manipels)
om de armen en gordels met lettertekens op.
Buiten de 7 geheelden waren er slechts 8 andere dopelingen,
samen 15. De overigen hadden de doop reeds te Mallep
ontvangen; zij spraken gedeeltelijk afzonderlijk met
Jezus en biechtten Hem hun zonden.
Jezus vermaande hen de tijd der genade zorgvuldig
waar te nemen en de wet volgens de geest der
profeten te vervullen, maar niet de slaven van de
letter der Wet te zijn, want de Wet was aan hen
gegeven en niet zij aan de Wet; ze was hun gegeven
om er mee de genade te verdienen (cfr. Mk. 2, 27).
1359.
Onder de dopelingen waren de broers en zwagers van Mnason.
Zijn vader Mozes was wel een deugdzame, doch oude en ietwat
eigenzinnige Jood en hij liet zich niet tot de doop overhalen.
Mnason had hem reeds de gehele tijd, doch te vergeefs, daartoe
aangepord, en ook Jezus sprak heden nog met hem
daarover, maar de eigenzinnige man met zijn vastgeroeste
opvattingen was er niet toe te bewegen. Hij haalde de schouderen
op, schudde het hoofd en verschanste zich achter allerlei
schijnredenen. Zijn hoofdargument was de besnijdenis, waaraan
hij zich hield; zijn overige redenen weet ik niet meer.
Fascikel 26
2653