background image
1375.
Jezus begaf zich met zijn leerlingen naar een prachtige lusthof,
die ten noorden van de voorstad op een heuvelhelling gelegen is
en uitzicht naar het westen heeft. Het was de openbare
stadslusthof, want uit de stad bracht men de sleutel ervan naar hier
en in de hof waren ook hoeken of delen die aan sommige
privaatpersonen voorbehouden waren of ook bij
gebedsgelegenheden gebruikt werden. Deze tuin bevatte zeer
schone, lommerrijke bomen, gangen, afdaken en loofhutten en
had een heerlijk uitzicht op de zeeboezem; hij ligt halverwege de
heuvelhelling. Geheel boven op de heuvel ziet men het meertje of
moeras Kendevia. En gaat men verder, dan ziet men ook (doch in
een andere richting, nl. in het noorden) de zogenaamde Waterstad
Libnat (Amichores, Amead) in een moerashoek747.
747 Meer of moeras Kendevia. – Met waarschijnlijkheid kan men het
veronderstellen 4 km ten zuiden van Misal (Da’oek), bij de oorsprong van de
rivier Belus, rond de bron waaruit deze ontspringt, aan de oostvoet van de
heuvel Koerdaneh.
Bron en omliggend terrein heten ‘Basset el-Koerdaneh’, d.i. ‘moeras en bron
Koerdaneh’.
Plinius zegt over dit moeras: “De rivier Belus komt uit het moeras Kendevia,
aan de voet van de berg Karmel.” (d.i. in de buurt van de Karmel).
De bron Koerdaneh, 10 km ten zuidzuidoosten van Ptolemaïs geeft het
ontstaan aan de rivier Belus, die bij haar oorsprong een klein moerassig
meer vormt, vooral in de winter- en de regentijd.
“De bronnen Basset el-Koerdaneh, aan de noordoostvoet van de ronde
steile heuvel tell Koerdaneh, die 40 m boven de vlakte uitsteekt, vormen een
klein moeras dat door een gordel van riet omgeven is en waaruit de rivier
haar oorsprong neemt. In de zomer staat dit moeras bijna altijd droog, zoals
ook de rivier, maar na de winter- en lenteregens is het veranderd in een klein
meer, dat de rivier doet zwellen en bijna doet overstromen.” (D.B. Palestine,
c. 1988; Verre c. 2401).
Straks zal K. in nr. 1380 een groots monument vermelden boven de bron
van de Belus-rivier. Wij kunnen dit zo verklaren dat het monument de bron
overdekte, of ook dat het zich verhief op de hoge heuvel die dicht bij de bron
steil oprijst.
Fascikel 26
2686