background image
Wanneer zij aldus bij elkander zijn, dan werken zij; zij naaien,
vervaardigen en bereiden alle voorwerpen, die voor de Gemeente
nodig zijn. Dit wordt naar de herbergen en opslagplaatsen
verzonden, en daar komen de leerlingen het nodige afhalen, hetzij
tot eigen gebruik, hetzij tot aalmoezen voor de armen. Wanneer
zij met de nodige voorraad klaar zijn, dan werken zij ook nog
voor de arme synagogen. Zij hebben gewoonlijk hun
dienstmeiden bij zich, die hen vooruitgaan of volgen en de stoffen
en confecties dragen, gedeeltelijk in een lederen reistas als een
waterzak, gedeeltelijk om de gordel onder de mantel. De
dienstmeiden dragen om het bovenlijf nauwer klederen en hun
rokken zijn korter. Wanneer de vrouwen op de een of andere
plaats bij elkander zijn, zoals hier te Naïm, dan verwijderen zich
ook wel de dienstmeiden en wachten onderweg in herbergen hun
meesteressen af. Veronika’s meid was lang bij haar; zij diende
haar nog na het lijden van Christus.
Jezus nam in zijn herberg de maaltijd. Toen Hij voor de opening
van de sabbat ter synagoge ging, trad Hij niet op de leerstoel,
maar stond met zijn leerlingen op de plaats van de reizende
leraren; doch nadat Hij verwelkomd was en de gebeden gezegd
waren, nodigden de rabbijnen Hem uit om vóór de opengelegde
rollen te treden en te lezen.
De lezing was uit Num. 8, 1- tot 13, 1 en uit Zakarias
2, 10 tot 4, 8, over de levieten, de kwakkels, het
morren, en de straf van Mirjam, Mozes’ zuster.
Uit de profeet Zakarias werd de passage voorgelezen
Men kan het vergelijken met de volgende woorden van Jezus tot Maria van
de Drie-eenheid: “Veronika ontving een prachtige beloning (nl.
Christus’ aangezicht in de doek geprent), maar weet gij hoeveel
moed en hoeveel heldhaftige liefde haar daad haar gekost heeft ?”
(blz. 279).
Dit is op te maken uit de omstandigheden waarin zij, een vrouw, haar daad
stelde en Jezus’ aangezicht afdroogde.
Fascikel 26
2712