background image
Onlangs ‘s avonds bij Maria had Hij die slechts in hoofdzaak en
minder ingewikkeld verteld, om hen daarover zelf te laten
nadenken, maar hier legde Hij ze lang en breed uit.
Hierbij waren ook de H. Vrouwen tegenwoordig, aangezien ook
zij arbeiden en zorg voor alles dragen en enkele van hen nog geen
juist inzicht hadden in de gesteldheid waarin, en bedoeling
waarmee alles gedaan diende te worden, opdat het
verdienstelijk en vruchtbaar zou zijn.
Jezus prees en troostte de leerlingen en zegde dat,
wanneer allen die Hij uitgezonden had, weer bij
elkaar zouden zijn, Hij hun voor enige tijd verlof zou
geven om de hunnen te bezoeken en wat uit te rusten.
Hij gaf hun ook zijn zegen met de hand die Hij over
het hoofd van hen allen samen uitstrekte. Hij
vervulde hen daardoor met nieuwe moed en sterkte.
Deze onderrichting duurde de gehele morgen.
1412.
In de namiddag kwamen Petrus, Jakobus de Meerdere en Matteüs
en enige oude Joannes-leerlingen aan en groetten Jezus in het huis
van Maria. Petrus weende van vreugd en vurigheid en daarna
waren zij allen in het huis van Petrus op een maaltijd. De nieuw-
aangekomenen werden verwelkomd en er werd verteld. Jezus
onderrichtte hen en sprak nogmaals over Cyprus.
Petrus had bij Ramot-Gilad ook de nieuwe nederzetting van de
Joden uit Ornitopolis bezocht.
De parabel van de uitvarende visser, die met een buit
van 570 goede vissen terugkeert, en die Hij in goed
water overplaatst – deze parabel had Jezus reeds te
Misal over zijn reis naar Cyprus verhaald – heeft Hij
later ook nog aan zijn Moeder, de H. Vrouwen en aan
zijn leerlingen verteld.
Fascikel 26
2751