background image
-
8 duidt de plaats aan, waar in september 1918 een bom de 
grondmuren en de mozaïekvloer van een synagoge blootlegde.  De 
berg Qarantania is zo woest en wild – heel de oostelijke helling is 
naakte rots – dat hij nooit door mensen werd bewoond; de 
kluizenaars, die desniettemin daar een verblijf zochten, leefden er in 
een oord van wilde dieren, jakhalzen, hyena’s en zelfs leeuwen.   
Dat dit gebergte een geschikt verblijf voor wilde dieren was, blijkt 
ook uit Markus 1, 12‐13.  
-
Rechts op de kaart duidt 17 het klooster Mar Hanna, d.i. Sint Jan de 
Doper, de Prodromos of Voorloper aan; het heet ook Qasr Jehud, 
joodse burcht, wegens zijn burgachtig uitzicht.   
-
Aan de voet van de berg, tussen dit klooster en de Jordaan, was 
Joannes’ gewone doopvijver gelegen (19).  
-
18 verbeeldt de plaats van Jezus’ doopsel in de Jordaan, waar nog 
aanzienlijke resten van de oude herinneringskapel te zien zijn.   
-
19 is de tweede doopplaats van Joannes, wiens eerste doopplaats te 
Ennon was ten zuiden van de rivier nahr ez‐Zerka.   
-
22, even ten zuidoosten van 19, wijst de plaats aan van een onlangs 
(1935) gebouwde Confessio of open‐lucht‐altaar onder baldakijn, 
tegenover de traditionele doopplaats van Jezus (18).  
-
21 is de zogenaamde spelonk van Joannes bij Sapsas, van waar 
Betabara zich oostwaarts tot bij of zelfs op de heuvel van Elias 
uitstrekte.  
Gegevens over de tweede doopplaats van Joannes en bijzonderheden 
over Betania vindt men in fasc. 10, nr. 276, voetnoot 81.   
Bij de herlezing van die geografische uitweidingen over Qarantania, 
tweede doopplaats en Jericho zal deze kaart zeer dienstig zijn.  
*** 
Fascikel 27
2860