background image
21 december. –
De Heer ging gedurende de gehele nacht en de volgende dag (21
december). Ik zag Hem eens met de leerlingen aan een bron,
onder grote, lommerrijke bomen op een rustplaats stilhouden, wat
brood en wat drank gebruiken.
Jezus in de stad Ur.
1615.
22 december. –
De Heer en de leerlingen verwijderden zich nu een weinig van de
stroom (een verbindingsrivier tussen Tigris en Eufraat, of de
Eufraat zelf, zie kaartje in nr. 1606), terwijl zij zich naar het
zuiden richtten, en kwamen tegen de avond, vóór de sabbat, bij
een stad. Ook deze ligt aan een stroom (hetzij nabij de Eufraat of
aan een bijrivier) ongeveer 30 uren zuidelijker dan de vorige
(Mozian).
De mensen wonen daar meer door elkaar; de mannen en vrouwen
houden zich minder van mekaar afgezonderd. Ik hoorde de naam
van de stad, die luidde als Ur of Urhi; ze had betrekking op
Abraham, hetzij Abraham uit dit gewest was, hetzij dat de
inwoners uit zijn vaderland waren, dit ben ik vergeten.
Ik zag Jezus met zijn gezelschap vóór de stad bij een bron komen;
deze lag in het midden van een omtuinde plaats en vormde het
centraal punt van grote en lommerrijke boomlanen. Ook stonden
stenen zitbanken er omheen. De jongelingen wasten hier de Heer
en elkander de voeten. Hierop traden zij in de stad, die, naar ik
bemerkte, in bouwtrant verschilde van de voorgaande.
Ik zag er vele torens, rond welke trappen langs binnen en buiten
omhoog voerden en boven waren gaanderijen, waar men de loop
van de sterren waarnam. Uit de sterren wisten zij hier de komst
van de Heer voorop. (Is dit bijgeloof of had K. wellicht van
sommige mensen hier deze mening of uitlating gehoord?).
Fascikel 28
3104