background image
deze morgen langs een riviertje, dat naar de Jordaan vloeit,
opwaarts reizen. Mij dunkt dat Maria deze vrouwen tot hun
woonplaats zal vergezellen. Zij hebben gisteren te Jericho niet
overnacht, maar hebben het verlaten en zijn (om te overnachten)
teruggekeerd naar het huis (of herberg), waar zij Jezus
verwelkomd hadden.
De volksmenigte te Jericho groeide elk ogenblik aan. De woede
van de Farizeeën werd zo groot, dat zij ook hier boden naar
Jeruzalem afvaardigden.
Maar Jezus verliet Jericho en richtte zich naar de doopplaats aan
de Jordaan. Wat liggen daar aan de Jordaan toch vele zieken!
Zij hebben vernomen dat Hij komen zou en hebben Hem om hulp
laten verzoeken. Men ziet daar vele bijzondere hutten en tenten,
waaronder men in het water kan gaan. Ik zie ook de vijver op het
kleine eiland, waarin Jezus gedoopt is. Nu is hij vol, dan loopt hij
weer leeg. De mensen komen er van alle kanten water halen,
gelijk bij ons het doopvontwater (Taufwasser, Fündewasser; cfr.
fasc. 17, nr. 728, voetnoot 360).
Fascikel 28
3146